van de auteur. Na het ter hand nemen van Onkruid verdween de
kwestie al spoedig naar de achtergrond door de veelvuldige reac-
tionair-utopische verzuchtingen in de verslagen van Van Eedens
botanische excursies. Hier was iemand aan het woord wiens veel
zijdige ontboezemingen voornamelijk leken te ontspruiten aan één
emotie: de angst voor alles wat de statica van zijn mentaal bestel
dreigde te verstoren. Een angst die via ruime aandacht voor de
diverse gedaanten van de Terrae Mater uitliep op verwijzingen naar
geborgenheid in de dood, 'die ons in een licht doet staan, waarvan
het zonnelicht slechts de schaduw is'. Hij schreef dit in 1885, aan
het eind van de beschrijving van Salland. Van Eeden had Schopen
hauer ontdekt. Maar in de inleiding tot Onkruid van 1886 noteerde
hij: 'En zo leeren we eindelijk, dat onkruid te midden van den
meest bezwarenden ernst des dagelijkschen levens onzen kinder
lijken zin tot het einde onzer jaren blijft ontwikkelen.' Een jaar te
voren was van zoon Frederik De Kleine Johannes verschenen, waarin
de ontwikkeling van de kinderlijke zin haar voltooiing vond in het
afscheid nemen van het 'Grote Licht' ten gunste van het levende
menselijke geslacht.
Van Eedens mythologisch peillood is de verschillende sferen van de
negentiende-eeuwse godsdienstwetenschap gepasseerd. Getuige zijn
referenties steunde hij zwaar op de Deutsche Mythologie van Jakob
Grimm en het gelijknamige werk van Karl Simrock (1802-1876),
hoogleraar in Bonn en vertaler van oud-Duitse poëzie. De taal
wetenschappelijke benadering stond in deze werken voorop. Ook
in Onkruid wemelt het van etymologische verklaringen van planten
namen en toponiemen. De Runksputte bij Alkmaar gaat terug op
rüin (raadpleging der geheimzinnige machten); Vronen (Alkmaar) op
Fronlo, dat weer Fró (de zonnegod) in zich draagt; de knollige boter
bloem of torswortel herinnert aan Thor of Donar enz. enz. In der
gelijke fantastische etymologieën was het gezonde oordeel ook naar
de mening van menig negentiende-eeuwer vaak bezweken onder
geleerde ballast; bekend was bijvoorbeeld de parodiërende afleiding
van 'Napoleon' uit 'Apollo'. Van Eeden maakte het wel heel bont
door de Holleweg, ergens op Texel, terug te voeren op de doods
godin Holda.
9