Armagideon time Marco Kunst Jongens waren we - maar geen aardige jongens. Nog altijd staat het op de muur van de zeewering: It's not Christmas time, it's Armagideon time. De grote droevige letters zijn van verre leesbaar als je over het strand loopt bij laag water. Ergens begin jaren tachtig moeten Gideon en André er met een pot witte verf en een kwast op uit zijn getrokken, ergens na middernacht, mis schien heel vroeg in de ochtend, voor ze aan hun krantenwijken begonnen. Ik zie ze voor me, de twee broers die zoveel op elkaar leken, weg gedoken in hun zwarte jassen naar het einde van de Nollepier fiet send, condensdruppeltjes parelend in hun haar, hun adem wolkend in het trillende licht van de neonreclame aan de gevel van de strandtent. Een stille koude nacht, zo stel ik me voor; er zit vorst in de lucht, het is aan het begin van de winter. Misschien hangt er zelfs, zoals zo vaak in die tijd van het jaar, een taaie herfstmist boven zee, van waaruit dof, veraf, dichtbij, van tijd tot tijd, mist hoorns klinken, als het geloei van voorwereldlijke dieren, lang ge leden uitgestorven. Gideon en André zetten hun fietsen tegen een afvalbak en lopen voorzichtig over het basalten dijklichaam naar beneden, om langszij de oude bunker te komen die de monding van de Schelde markeert. De bunker die ooit onderdeel was van de Duitse verdedigingslinies; de geschutskoepel van waaruit de gehele monding van de Schelde met mortiervuur bestreken kon worden, is al lang geleden dicht gemetseld. Met zijn zakmes peutert André voorzichtig het verfblik open. Gideon houdt het blik vast en speurt rond of er niemand aankomt. André schrijft met grote witte halen op het oude beton, waarop langzaam de tekst verschijnt die nu al zo vaak door gemeenteambtenaren van dezelfde muur verwijderd is, maar die als bij geheime afspraak steeds weer terugkeert, iedere keer in ander handschrift en in weer grotere letters dan de keer daarvoor: Zimmer Frei. Als toegift kliedert hij er ohne Frühstück onder. Het blijft stil op de boulevard en op de pier. De verfbus wordt ge sloten en tevreden lopen de twee terug naar hun fietsen. Pot en kwast verdwijnen in een van de grote fietstassen en naast hun fietsen lopen ze rustig terug in de richting van de Boulevard. Van 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1998 | | pagina 23