was een hele eer om boven in het heiligdom uitgenodigd te worden,
vooral omdat André, die een paar jaar ouder was dan wij, er niet van
hield als anderen met hun vingers aan zijn platen kwamen.
Ik weet precies aan welke balk Gideon zich heeft opgehangen - we
gingen daar altijd aan hangen voor we ons vanaf de vliering weer
op de grond lieten vallen. Ik voel het splinterige hout schuren in de
palmen van mijn handen en ik zie voor me hoe Gideon een touw,
waarschijnlijk de sleepkabel uit de auto van zijn moeder, om de balk
heenslaat en vastknoopt. Joy Division of The Cure lekt somber uit
de boxen. Het enige licht komt van de kale tl in de nok van het
schuine dak; het werpt lange grillige schaduwen over de muren.
Moederziel alleen knoopt Gideon zijn strop.
We hebben hem verraden, we hebben hem allemaal verraden, snijdt
het door me heen. We wisten hoe erg het zou zijn om nog een jaar
in Vlissingen te moeten blijven, die stad waar nooit iets gebeurde,
waar de winkels waren dichtgetimmerd, waar een vervallen scheeps
werf het stadshart vormde, waar alle rails eindigden, waar de
Schelde, het open riool van België, de grauwe Noordzee instroomt
en waar niemand ooit durfde te zeggen wat hij dacht - waar ik, waar
wij nooit durfden te zeggen wat we werkelijk dachten, voelden of
droomden. Laat staan dat we lieten zien waar we bang voor waren,
waar we naar verlangden en op hoopten. Laat staan dat we elkaar
lieten zien wat voor exotisch gekleurde vlinders in het diepste
geheim in onze buik uit hun pop kropen en voorzichtig hun tere
vleugels probeerden te ontvouwen.
Het dringt tot me door dat het er niet toe doet welke redenen
Gideon gehad kan hebben. Het enige dat er toe doet, is dat we te laf
waren om ooit te zeggen wat we werkelijk dachten, te vragen wat
hij werkelijk dacht. Het lag niet aan Vlissingen met zijn brede
stranden en naar vis en roestig ijzer ruikende havens, niet aan de
Schelde die onwetend haar brede bedding volgt, niet aan de gebro
ken wolkenluchten boven de rode daken, maar alleen aan onszelf.
"Klote man." Veel verder kwam ik niet, toen Gideon me vertelde dat
hij gezakt was.
Hij haalde zijn schouders op en lachte, "Ik zal ze eens flink zieken
volgend jaar op die kutschool. Ik heb verder toch niks te doen. Life's
a bitch and then you die."
In gedachten zat ik al in de trein die me wegbracht naar een nieuwe
wereld. "Als ik in de weekenden naar huis kom, gaan we gewoon
weer stappen, net als altijd," loog ik nog.
31