Kinderen van de zee
Anton Derlinger
Kinderen van de zee
nemen naar de doornen
één kwart van de branding mee.
Zij lopen langs het duinpad op,
dat drie kwart van hun stappen steelt
en klimmen naar de ronde top,
die door de wolken wordt gestreeld.
Met weinig druppels op hun huid
en gretig om hun dorst te lessen,
dalen zij de helling af,
naar de rijpe duindoornbessen.
34