Internet, PC-fax of faxmodem) en c) de Mail-Art archieven (ontslui
ting; snelle en accurate informatie).
De gecomputeriseerde 'facelift' van Mail-Art zal het meest ingrij
pend merkbaar zijn aan de Mail-Art artefacts, omdat de technolo
gische onderbouw het karakter van de kunstwerken zal determineren.
Het is vervolgens moeilijk voorspelbaar vanaf wanneer de elektro
nische Mail-Art volledig zal transformeren in digitale kunst en als
zodanig volledig zal dematerialiseren. Wanneer zullen de recipiën
ten het appreciëren om al hun Mail-Art activiteiten enkel en alleen
op de harde schijf of op CD-rom te bezitten, met alle beperkingen
die hieraan verbonden zijn? Hoe snel zal de digitale revolutie in de
communicatie ook ons eigen 'mythologische en magische denken'
over de wereld en de kunst bepalen? Alles gaat misschien wel sneller
en efficiënter; misschien is het eveneens een feit dat de digitale re
productie (voorlopig) door niets wordt overtroffen wat de kwaliteit
van de reproductie betreft. Maar hiertegenover staat dat er een ver
lies van nuancering optreedt en dat alles in de schemerzone tussen
0 en 1 verloren gaat. Bijvoorbeeld, er kunnen nog steeds geen geu
ren via e-mail worden verzonden.
Soms zijn de elektronische resultaten of de uitvoer (output) op een
PC-monitor en de resultaten van een printer buiten alle proporties,
tenzij de mail-artist over de juiste, gesofisticeerde hard- en software
beschikt. Tijdens de huidige initiële fase zullen dan ook de compu-
terwerken eerst nog vaak op 'papier' worden geprint om vervolgens
te worden verzonden via het postale systeem.
De overschakeling naar telematica is mogelijk interessant vanuit het
standpunt van het bedrijfsbeheer. Maar wat gebeurt er met de win
sten, die de overschakeling tot gevolg kunnen hebben? Zal een deel
hiervan gestort worden naar de sociale zekerheid om het legertje
werkelozen op te vangen? Van kunst en zeker van communicatie
kunst verwacht men een beetje menslievendheid. Maar dreigt de
digitale dans het menselijke aspect van de communicatie niet over
het hoofd te zien? In hoeverre zal men 'interactiviteit' kunnen defi
niëren als 'de gebruiker die gebruik maakt van de multimedia'? Of
zal het net andersom worden en zullen de 'multimedia de gebruiker
gebruiken of zelfs misbruiken'?
26