grote postzakken op, voorzien van titel, nummer en de plaats van
bestemming. In de zakken hadden 'airmail paintings' gezeten. Ze
waren opgebouwd uit foto's, tekeningen en soms teksten. Samen
met de postzakken presenteerde hij ze als een groot schilderij. Toch
noemde niemand deze kunstuiting mail-art.
Op de eindexamen tentoonstelling van de Koninklijke Academie te
Den Haag zag ik afgelopen jaar het werk van Birgit van Tongeren. Ze
werkte met draden. Samen met andere attributen bouwde ze tijdens
de duur van de expositie een installatie op, die ze telkens, indien
nodig, veranderde.
Aan collega's en vrienden vroeg ze om draden op te sturen. Deze per
post gestuurde draadjes namen, samen met de persoonlijke briefjes
die ze daarbij ontving, een deel van een muur in beslag. Was zij zich
bewust van het medium post en bekend met het fenomeen mail-
art?
Zo zijn er meer voorbeelden te noemen van kunstenaars die de post
als medium gebruiken, maar toch niet bekend zijn met het mail-art-
circuit.
Zijn deze mensen zo individualistisch bezig en concentreren zij zich
vooral op hun eigen werk? Geven zij minder aandacht aan de inter
actie die, zoals bij mail-art, tussen de ontvanger en de verzender
ontstaat? Of blijft juist mail-art te veel een gebeuren uit de alterna
tieve hoek. Valt er misschien te weinig eer aan mail-art te behalen?
Zelf ervaar ik sommige projecten binnen mail-art als al te oppervlak
kig. Je kiest een thema, je vraagt of men daarop wil reageren, je or
ganiseert met de ontvangen reacties een tentoonstelling en je maakt
na afloop een catalogus. Niks mis mee, zo lang er maar een bepaalde
intensiteit achter zit en als het werk maar goed en zorgvuldig wordt
uitgevoerd. Enthousiaster word ik als het project een bepaalde ge
laagdheid bevat. Een mooi voorbeeld in dit verband is het project
van Birger Jesch uit Duitsland. Jesch nodigde honderd deelnemers
uit voor zijn tegelproject. Iedereen kreeg per post een tegeltje met
daarop de opdruk: One hundred plagues in Europe at eastern 1998
Spring full moon.
De opdracht was om deze tegel op Paaszaterdag ergens in openbaar
domein een plek te geven. Vervolgens moesten documentatie, foto's
en een plattegrond opgestuurd worden, waarmee Jesch een tentoon
stelling samenstelde. Uiteindelijk komt er ook nog een publicatie
over het project.
42