How time flies! Ko de Jonge In de jaren '70 wisselde ik kleine kunstwerkjes uit met andere kun stenaars. Die uitwisseling gebeurde als actie, reactie of commentaar in beeldende vorm. Zo ontstond mijn eerste contact met het mail- artcircuit. Een van die contacten onderhield ik met Ulises Carrión, de in Mexico geboren kunstenaar - op zoek naar vrijheid, die hij in Amsterdam vond - die zijn projecten en ideeën uitdroeg in de winkel/galerie 'Other Books and So'. In het souterrain vond men een prachtige ver zameling bijzondere objecten, stempels, fotoreportages van perfor mances en boekwerkjes in beperkte oplage of unica. Het kunstenaarsboek stond toen in kringen die de actuele kunst nauwgezet volgden zeer in de belangstelling. Ook in Kassei tijdens de Documenta 6 (1977) werd aandacht besteed aan mensen die zich met deze kunstuitleen bezighielden: Jochen Gerz, Dieter Roth, Klaus Staeck, Tim Ulrichs, Wolf Vostell, Stanley Brouwn, Hanne Daarboven, Saskis, On Kawara en vele anderen. Mijn bezoeken aan 'Other Books and So' in Amsterdam en de gesprekken met Ulises resulteerden in gezamenlijke activiteiten of deelname in eikaars ini tiatieven. Ik ontmoette daar voor de eerste keer Pawel Petasz uit Polen en verzorgde essentiële onderdelen van zijn befaamd gewor den mail-art-kostuum. Petasz was tevens de grondlegger van het magazine 'COMMONPRESS' (1978). Iedere uitgave in deze reeks werd steeds door een andere kunstenaar samengesteld en uitge geven. Ik werd uitgenodigd het tweede nummer te verzorgen. Nog vele jaren daarna zagen zeer interessante nummers wereldwijd het licht. De vriend van Carrión, Aart van Barneveld, beheerde in 1979 tot 1980 in Amsterdam de galerie 'Stempelplaats'. Hij organiseerde exposities met werk van mensen die hij uit 'Other Books and So' kende en maakte daarvoor goed verzorgde catalogi. Een van zijn initiatieven was de reeks tentoonstellingen: Six-mail-art-projects. Hij nodigde kunstenaars uit waarvan hij wist dat zij vanuit verschil lende disciplines te werk gingen. In het voorwoord van die cata logus zette Pim Wiersinga uiteen hoe de kunst per post zich mani festeerde: "1. De kunstenaar vraagt anderen een bijdrage te leveren. De kun stenaar is dan de ontvanger van de elementen bijdragen) voor zijn werk tentoongesteld project). 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1998 | | pagina 9