In de namiddag nuttig ik in de tuin mijn eerste pintje. Kijk naar de schaapjes, inhaleer de geur van Cerestar en luister naar de inmiddels vertrouwde tintelingen en pijnvlammetjes in bil en benen. Van avond zal ik hen niet sparen vanavond begeef ik mij opnieuw vrijwillig in mijn glazen kraamkamer van Geluk en Verdriet. Gerust op de goede afloop ben ik nog niet, maar stel mij niettemin kwetsbaar optimistisch op. Ik gun het dorp, de horeca-uitbaters en de organisatoren van de Kermis, deze unieke gelegenheid geschiede nis te schrijven op Kermisdinsdag mij in tranen van geluk te aan schouwen, wild kusjes delend en kirrend van genot. Eerst met vrouw en kinders naar de kermis. We slaan geen attractie over: Kindercarrousel; houten pingpongbal werpen; noga- en zuur- stokkenkraam en holderdebolderdraaimolen. De Jeugdwielerkoers is van start gegaan. Luidsprekers bruisen naam en rugnummers. Nog niet alles is afgezet, zodat een vlijtig agrariër nog juist met tractor en schimmelbestrijdingsaanhanger zijn schuur weet te bereiken. De kinderen genieten, 't Is ook intiem. Ze komen alle kinderen van hun klas tegen, de schooljuf en de bankdirecteur, de buurtjes en de huis arts. Ouders maken met elkaar een praatje. De wijkagent maakt zijn rondje, de eerste dronkeman glipt het volgende café binnen 'n paard hinnikt op de achtergrond, de draaimolen krast wijsjes. Het Wielercomité draagt inmiddels haar blauwe blazers en is glad geschoren, vlaggenisten betrekken hun stellingen bij zijstraatjes en testen hun fluitjes, controleren de sluiting van hun gele hesjes en nemen een slokje uit hun blikje bier dat met zorg in de schaduw van een lantaarnpaal wordt teruggezet. 't Is Kermis. De straten lopen vol. De meiskes hebben hun attracties nu gemiddeld zo'n vijf maal genomen. Hun wedstrijd is gespeeld. Het loopt tegen zessen. Tijd voor friet en pint de 'Building-up'. In café 'De Tukker' zwelt het Oranjegevoel aan. Mensen spreken af zo dadelijk terug te komen in Oranje-uitdossing. De tv staat loei hard aan: speelt Overmars? Ik frummel aan mijn Oranjepet met dreadlock en sla een jonkie achterover. Luidsprekers kondigen de start aan van de amateurs. Het peloton is sterk uitgedund. Het blijft een fascinerend gezicht zo een fluimend en zoemend peloton op nog geen halve meter afstand van de pui van het café voorbij zien razen. Op mijn knietjes, samen met mijn twee kleine vriendjes, brul ik de opgekropte spanning er alvast een beetje uit. Het lucht op. Ik klap mijn handen warm bij elke passage. We vieren Kermis met ons vier- 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1999 | | pagina 23