en schoudert zich aan Bryan de Trom negen uur. Hij slaat, ik brul. Wij brullen. Bryan slaat een opzwepend ritme. Ook hierin doen wij niet onder voor onze tegenstander. We kijken elkaar aan. We zijn tevreden met elkaar Holland! Zijn ons niet meer bewust van onze omgeving, geven niet op, ook niet in de tweede helft, toen het akelig stil werd en mensen tijd vonden een glas aan hun lippen te drukken Holland! Wij tweeën schenken het elftal de hele avond ons vertrou wen. In dramatische schoonheid hervind ik mijzelf als een naakt jongetje tastend naar die Moederborst. Ik prijs Bryan voor zijn inzet en loop alleen richting huis. Pak onderweg op het lege terras van 'De Gra vin' een pint en een dubbele jenever met een klontje ijs en denk aan mijn Broer, de miljoenen gelukkigen in Brazil. Vergeet mijn fiets niet op te pikken en zie de spelers van Brazil hun kruisjes slaan: bij het betreden van de grasmat; na het beluisteren van hun glo rieuze volkslied; bij het begin van de verlenging na het verzil veren van elke strafschop. Ik speur de Hemel af naar mijn onlangs overleden Vader, hoor de kerktoren twaalf, een of twee maal slaan en vergrendel onze achter deur. 25

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1999 | | pagina 25