Rapsodie Johanna Kruit Een boer is maar een mens, ik kan het weten. Zodra het licht wordt sta ik naast mijn bed. Eerst koeien melken, daarna teletekst en een bord pap. Intussen niet vergeten dat ik de kippen voer. De vrouw komt er al bij. Ze zoekt de allergrootste die ze maar kan vinden. Een kip is om te eten. Mijn beminde bereidt hem straks met melk en balkenbrij. Ik haast me naar het land: ik moet gaan zwoegen. Een kievit rent met jongen door het gras. Ik zoek het nest, wil weten waar dat was. Dan kan ik het eens lekker onderploegen. Vanavond in mijn stoel Hans Warren lezen. En daarna vroeg naar bed om wat te kezen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1999 | | pagina 31