De feiten
Wie afstand heeft genomen van een partij, heeft niet onmiddellijk
de behoefte aan een ander onderdak. Volgens Venema zou Bever
sluis na een snelle wisseling van christendom, pacifisme, socialisme
en communisme (zijn antifascistische periode ignoreert Venema,
alsof die niet samenhing met zijn socialisme en communisme) weer
tot het christendom bekeerd zijn, om zich dan na de inval van de
Duitsers in 1941 als lid van de NSB te melden. Dat allemaal uit pure
opportunistische berekening. Hij zou tot 1941 gewacht hebben om
lid te worden omdat hij geleerd zou hebben dat zijn ommezwaai
naar het nationaal-socialisme niet te abrupt moest zijn, wilde hij
nog enigszins geloofwaardig blijven.
Deze voorstelling van zaken lijkt mij een verregaande versimpeling
van de feiten. Venema versimpelt, dus manipuleert de feiten om
zijn visie op Beversluis aannemelijk te maken. Mag men van
geschiedvervalsing spreken of alleen maar van verschil van visie?
Het gaat er mij niet om het oorlogsverleden van Beversluis goed te
praten of hem nu ineens als mens en dichter te rehabiliteren, maar
iedereen, ook de beklaagde, heeft recht op een eerlijke, zo objectief
mogelijke beoordeling.
1934 was een veelbewogen jaar. Na de machtsovername door de
nationaal-socialisten in Duitsland namen veel intellectuelen en
kunstenaars de wijk onder andere naar Nederland. Daarbij waren
onder anderen Ernst Busch, de bekende zanger voor het volk, met
zijn rauwe chansons, en Claire Waldorf, bekend door haar liedje
Moeders Handen van Kurt Tucholsky. En vele anderen. Ze waren fel,
vervuld van haat tegen de nazi's, de meesten waren communisten.
Beversluis zette zich persoonlijk in voor hun lot, bracht ze voor de
VARA-microfoon, vertaalde hun werk. In die tijd werden de Anti-
oorlogsliga en de Vereniging Vrienden van de Sovjet Unie (de
VVSU) opgericht. Ze kregen veel leden en aanhangers, ook van
degenen die zich niet direct politiek wilden uitspreken. Vele malen
trad Beversluis op voor de afdelingen van deze organisaties. Hij trok
door het land met zangers en sprekers en las de felle, opstandige
liederen van de verboden antifascistische Duitse dichters, en van
hemzelf. De toon werd steeds radicaler; het bestuur van de VARA
begon zich ongerust te maken. Men verweet Beversluis dat hij op-
20