De Koperen Ko
handelen als de vorst. Het individu is dus altijd schuldig als hij om
een groter doel de kant van de vijand kiest.
Men mag een schrijver niet identificeren met de personages die hij
schept, maar er is alle reden om aan te nemen dat Beversluis in dit
spel de grote morele problemen van ideaal en praktijk, en van
schuld en straf aan de orde stelt.
Savonarola is het slachtoffer van zijn eigen idealisme; hij heeft zich
wel schuldig gemaakt aan landverraad, is daarom schuldig. Maar hij
is te verontschuldigen, want deed alles in belang van zijn ideaal.
Maar zo te handelen is alleen het voorrecht van de machthebbers
en niet van een individu. Qiiod licet Jovi, non licet bovi.
Zo verging het ook Beversluis. Mij lijkt dit een legitieme analogie.
De beelden van de zondebok en van de martelaar waren hem liever
dan die van de berouwvolle zondaar. Alle drie de beelden zijn af
komstig uit de bijbel; men kan er schuld mee belijden, maar tevens
verdoezelen. Beversluis bekent wel spijt, maar doet tevens pogingen
om zijn blazoen schoon te wassen. Is dat kleinmenselijk? Men kan
het zo noemen, maar ik denk dat het bij hem voortkomt uit zijn
radicale geloof in het gelijk van zijn idealen, die hem in zijn ogen
verontschuldigen voor fouten en menselijke misstappen.
Mijn eerste opzet was te schrijven over de poëzie van Beversluis en
zijn affiniteit met Zeeland. Het werd een beschouwing over de mens
Beversluis. Het kon niet anders. Ten eerste voerde mij de lezing van
zijn werk al spoedig naar zijn gedrag en houding ten aanzien van
het nationaal-socialisme tijdens de Duitse bezetting en het oordeel
daarover door Adriaan Venema. Ten tweede is Beversluis met zijn
geruchtmakende persoonlijkheid zo nadrukkelijk aanwezig in zijn
werk dat je hem zelfs in zijn meest objectieve poëzie niet kunt ont
wijken. Je zou zelfs kunnen spreken van een hinderlijke aanwezig
heid, zowel in artistieke als in persoonlijke zin.
Ik heb me in dit essay hier en daar al in oordelende zin over zijn
poëzie uitgelaten. Er worden grote existentiële problemen en we
reldomvattende vraagstukken in aangesneden. Men kan Beversluis
als dichter en toneelschrijver niet beschuldigen van oppervlakkig
heid. Ook schreef hij onnoemelijk veel lyrische gedichten, natuur
impressies, portretten van mensen, dieren, dingen en gebeurtenis-
31