Yorkers gewoon een straat rechtop en noemen dat een wolkenkrab
ber," schreef William Archer in 1899.
Een zondags kuiertje door een wereldstad. Zo gaan we door de stra
ten. Stoom ontsnapt uit een rooster op het trottoir en een zwerver
drinkt koffie uit een bekertje met de tekst 'I en-dan-zo'n-rood-hartje
New York'. Het is al heet. Mijn ruggengraat gaat kriebelen bij 231
East 47th Street, de eerste Factory van Andy Warhol, de kunstenaar
en producer. Waar artiesten kwamen als Lou Reed, Nico, Sterling
Morrison en John Cale. Dit is heilige grond. Hier werd in 1965 de
popgroep The Velvet Underground opgericht.
De tweede gebeurtenis van echt wereldbelang sinds de Titanic op
een ijsberg voer, schreef de Los Angeles Times destijds. Dat heb ik
onthouden.
Nu zie je er niets meer van. De Factory is een pleintje met wat
groen. Een zwart jongetje probeert er zijn nieuwe driewieler en in
een hoek ligt een natte krant. Het is een ontzielde plek, de geesten
zijn gesmolten in een mist van coke en een meer van drank. Maar
de muziek is gebleven. Thuis zal ik mijn oude bananen-elpee eens
opzetten en The Black Angel's Death Song van Lou Reed en John
Cale op gepaste wijze keihard afdraaien.
De eerste Factory werd in 1968 verlaten en afgebroken. Warhol
ging verder in zijn tweede Factory op de zesde etage van het Decker
Building op 33 Union Square West. Daar begon zijn grote film- en
schilderperiode. We komen er straks nog langs.
Sushi eten in de straat achter Wall Street, de blauwvintonijn is zo
vers dat je niets van vis ruikt. Het voordeel van een wereldstad. Je
kunt de beste dingen kopen die de wereld kan bieden, alles is er.
Ook kleine dingen die zeer de moeite waard zijn. Zoals het kamer
restaurantje Sapporo op 152 West 49th Street. Voor minder dan
zeven dollar eet je in dit Japanse restaurantje een goddelijke kanton-
men uit een soepbak met het formaat van een kleine waskom, in
een entourage van slurpende en lachende Japanners. We eten met
stokjes en al na enkele tellen vinden onze vingers het oude ritme.
Maar de sushi downtown is zeker niet minder. Het meisje naast ons
aan de eetbar staat te swingen op de achtergrondmuziek van de
Backstreet Boys. De Japanse mosterd prikt op mijn tong. Buiten
42