lopen mannen in pakken druk te doen met mobiele telefoons. We tellen dertig gele taxi's in dit stukje straat. De beat van deze stad, de aardse grom van de city, achtervolgt je overal. Daarnet op het golvenloze water, op de veerboot naar het Vrijheidsbeeld en Ellis Island, voelde je nog de vibraties van deze metropool. Alsof je levend opgevreten wordt, maar dan, het is een zeer aangename ge waarwording, opgevreten worden door New York City. Ik zit op een bankje op Ellis Island in Upper New York Bay. Een stukje te lezen van de schrijver Theodor Dreiser. Hij schreef in 1929: "Er is nergens iets dat erop lijkt. Mijn stad. Niet Londen. Niet Parijs. Niet Moskou. Geen enkele stad die ik ooit heb gezien. Zo sterk. Zo immens. Zo opgetogen." Je moet snel dingen leren in deze stad. Bijvoorbeeld dat je geen mensen direct in de ogen kunt kijken, of althans niet te veel. Doe je dat wel, dan ontdek je harde blikken die aan je zuigen. Je kunt beter gaan zitten op een bankje, op een muurtje, en kijken naar het gekrioel op straat. Er een individu uitpikken en van een afstandje rustig beschouwen. Dat is leuk, en interessant. Daar word je niet moe van, dat maakt zelfs tamelijk vrolijk. Je kunt je dan verbazen over de vetzak die zich geen seconde schaamt over zijn uiterlijk en zijn reusachtige vetbobbels bij voor keur hult in strakke glimmende kleding. Of de langbenige miljo nairsvrouw met haar middeltje als een mannendij, haar spierwitte poedelt je, haar khaki-Channel en haar Gucci-zonnebril boven een chirurgisch opgetrokken gezicht en een rimpelnek. Of de urban hero, de duidelijke provinciaal die het even komt maken in The Big Apple en zich zelfverzekerd snuivend en veel te cool een weg door de menigte zoekt. Dat en nog veel meer kun je gratis en zonder verveling bekijken in deze enorme mensentuin. Waar je ook komt op de wereld, je voelt jezelf ergens op je gemak of niet. Dat instinct werkt onmiddellijk en je kunt het niet dwingen. Wij voelen ons veilig, overal in Manhattan. De receptionist van Hotel Carter vertelt vergenoegd hoe dat komt. "Sinds we een nieuwe burgemeester hebben kan iedereen hier over de straat lopen zonder beroofd te worden. Op elke straathoek staat politie, het schorem houdt zich al vijf jaar heel rustig. De daklozen is verteld geen men sen meer lastig te vallen, anders worden ze gewoon ergens op Long 43

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1999 | | pagina 43