weg, maar we zitten er middenin natuurlijk. De groene bankjes. De
stoere jongen met de sticker op zijn hemd: 'Play rugby, play blood'.
Veel zwartgeklede mensen die pretzels eten.
Het park is de nachtmerrie van alle projectontwikkelaars. Ze dromen
van de prijzen die ze kunnen maken door het te bebouwen en het
per vierkante meter te verhuren. Maar dat gebeurt niet. In 1860
begonnen de landschapsarchitecten Olmsted en Vaux met de aanleg
van hun wensdroom, een plek van rust voor de snelgroeiende stad.
Het kostte vervolgens 15 jaar om een landelijk walhalla te scheppen
in een van 's werelds grootste steden. Er moest 3,8 miljoen kubieke
meter aarde en steen voor worden verplaatst. Nu is het op mooie
dagen van de gezinnen in New York, ze picknicken op de gras
velden. Vliegers staan aan de hemel en frisbees zeilen door de lucht.
Wat kunnen zondagen toch waarschijnlijk zijn.
En wandelaars in clubverband. Het was al weken geleden aangekon
digd: Deze zondag is er een loop tegen aids. Rond het Central Park,
een hele afstand nog want het park is verrassend groot met zijn 340
hectare, hebben we vandaag de 'New York Aids Walk'. Dat is een
ontroerend spektakel. Duizenden mensen uit heel het land wande
len in bedrukte shirts of in gekke pakken, om de zoveel meter aan
gemoedigd door mensen met van die luidsprekertoeters.
"Jullie zijn geweldig, jullie zijn fantaaastisch. Heel de wereld kijkt
naar jullie vandaag, ga door, ga door!"
En ze gaan door. Huilend en juichend. Mensen in rolstoelen, een
man die zich in een karretje laat voorttrekken door een grote hond.
Homo's maken lol en dragen gouden kroontjes, politieagenten rege
len het vastgelopen verkeer. De hotdogverkoper bij Columbus Circle
is in een half uur door zijn waar heen. Wij ontmoeten een ouder
echtpaar uit Brooklyn. Zij draagt een petje met daarop de tekst:
'Moeders marcheren tegen aids'. Ze vertellen. Over hun enige zoon
van 39 die gestorven is aan aids.
"We marcheren al sinds zesentachtig," zegt de man.
"We lopen overal in de States," zegt de vrouw.
En ze tonen een fotootje van hun zoon.
Het was een knappe jongen.
Dan staan we voor het Dakota Building, aan de westrand van
Central Park. Ik neem een fotootje van de stoep, de voordeur met
46