achter zijn rug uitzag, hij was vooral geïnteresseerd in de werkelijk
heid vóór zich.
Intussen zie ik hem opnieuw een grote vis uit het water halen. Zijn
werkelijkheid is ook nu anders dan de mijne.
Hij informeerde hoe het met me ging: "Nog steeds regen aan het
voorspellen?" Het was Frank z'n manier om mijn bezigheden als
meteoroloog aan te geven. "Met Lies en de twee jongens ook goed?
Die zitten zeker op de middelbare school."
Hij verbaasde mij ermee dat hij dat wist. Lies had de geboortekaart
jes verstuurd. Van Frank, die ik wel op de verzendlijst had gezet,
hadden we nooit iets gehoord. Ik had een steen in een diepe put
gegooid en de plons was zo lang uitgebleven dat ik hem niet meer
verwachtte.
"Weet je wat?" zei hij. "We moesten een weekje gaan vissen in Ier
land. Dat is een uitstekende manier om bij te praten. Heb ik eens
in een tv-reclame gezien. Wat dacht je van volgende week?' Hij keek
me vragend aan. Mijn hoofd voelde als een ballon die met zandzak
ken aan de grond wordt gehouden. Voor ik het wist had ik gezegd
dat het een prachtig idee was.
"Bel me morgen, dan heb ik wat geregeld. Mijn telefoonnummer is
hier."
Hij gaf me een visitekaartje. "Wat er verder op staat is onzin - dat
vertel ik later wel - maar het nummer is goed."
Hij gaf me enkele klopjes op mijn bovenarm: "Ik pak mijn trein.
Volgende week praten we verder." Hij beende weg in de richting
van de roltrap naar het perron. Ik zag nog net dat hij de trein ging
halen die ik ook had willen hebben. Nu had ik, voor de volgende
ging, een half uur waarin ik kon nadenken hoe ik mijn ballon van
z'n zandzakken moest ontdoen. Op mijn werk ging dat nog wel,
thuis zou er een robbertje gevochten moeten worden over zorgvrije
dagen. En mijn plotselinge vlucht was in het voordeel van Lies.
Het visitekaartje had ik nog in mijn hand. Er stond op:
Dottore Frank Meester
storico archeologo
agent in ideas and concepts
Via Cavour 293
40121 Bologna
tel: (39)51.258.369
fax: (39)51.258.371
51