staat, de voetstappen van Britse gasten op de gang, het gekraak van het bed hiernaast. Heieen komt terug met alleen een bovenmaats T-shirt aan. "Doe ook wat uit," zegt ze. "Al die kleren zijn veel te warm." Ik heb alleen mijn onderbroek aan als ik naast haar ga liggen. Onze lijven komen in de trechter van het bed terecht. De aanraking met Heieens lichaam brengt in mijn onderlijf een opwinding teweeg, die ik probeer te negeren. In de kamer naast ons gaat het gekraak van het bed verder. We liggen krampachtig te draaien. "Zo doen we geen oog dicht," zegt Heieen na een tijdje. "Doe die broek uit en kom er bij mij maar in. Daar worden we rustig van." Ze krijgt haar gelijk in enkele minuten. We zeilen weg in een korte slaap. Later herhalen we Heieens recept een paar maal. Ze is niet alleen praktisch maar ook hartelijk. Het gekraak naast ons heeft z'n betekenis verloren. Heieen is nog boven en Frank en Noortje zitten aan het ontbijt als ik beneden kom. Noortje en ik wensen elkaar een goede morgen. Frank zit futloos in zijn eieren en spek te prikken. "Zeker buiten geslapen," gromt hij. "Wat ben jij wakker, man." "Niet buiten. Bij Heieen," zeg ik. "Zo?" zegt Frank. Het lukt hem een wenkbrauw te heffen. "Goh ja," zegt Noortje, "Heieen en ik kregen de laatste vrije kamer. Veel anders zat er dus niet voor je op." Ze kijkt me stralend aan. De rol van Heieen slaat ze over. Ik zie een andere Noortje dan gisteren en denk voor de derde maal deze week aan Brechje. Noortje komt het smalle trapje af. Ze zet de rugzak, die ze met haar armen tegen haar buik heeft geklemd, onderaan meteen neer. Heieen volgt op dezelfde manier. Ze moet met haar voet elke vol gende trede zoeken. "Zestien mijl vandaag," zegt Noortje, "moeras, turf, regen en wind." "Vogeltjes, luchten met zonnestralen van bidprentjes." Heieen maakt een wijds gebaar. Frank en Noortje nemen afscheid op de Nederlandse manier met kussen links, rechts, links. Heieen en ik doen dat ook en Heieen neemt mijn hoofd in haar handen, kijkt mij aan, zegt: "Dag" en voegt er een vlugge kus op mijn mond aan toe. Noortje is bezig haar rugzak op zijn plaats te sjorren. De hulp, die Frank aarzelend aan- 59

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1999 | | pagina 59