Het duurt even voor ik begrijp waar hij over praat.
"Bij het versieren bedoel je?" vraag ik bot.
"Nee, verdomme." Hij schudt zijn hoofd met een beweging van
weerzin: "Ik mag dan geen relatie in stand kunnen houden. Het
begin was altijd echt. Van twee kanten."
"Je doet lullig," zegt hij gekwetst.
Hij herstelt zich even later: "Ik ben er nooit aan gewend dat het uit
eindelijk wel zo geworden is. Zo geregisseerd en mechanisch. Een
neuk voor een college over kunst. Geen overslaand hart, geen ont
roering meer, uit het paradijs gejaagd."
Ik vraag de waard om whisky te brengen.
"Ja, we gaan ons bedrinken," zegt Frank, "net als vroeger. A la
recherche du temps perdu."
"Nu doe jij lullig," zeg ik. Hij knikt. We sippen van de whisky.
Dan zegt Frank: "In Florence heb je in de Santa Maria del Carmine:
de beroemde Brancacci-kapel die compleet met bijbelse voorstellin
gen is beschilderd. Bezoekers worden er in groepen van ongeveer
dertig tegelijk binnengelaten. Meer zouden met hun vochtige adem
de fresco's van de muren blazen. Je mag twintig minuten kijken.
Dan moet je wegwezen. De lucht moet ververst. De laatste keer dat
ik daar geweest ben, werd ik binnengelaten met een groep vrouwen,
nonnen in habijt en, in degelijke kleding, lekenzusters, zoals ik ze
voor mezelf noemde. Zo te horen kwamen ze uit Polen. Van één
van die lekenzusters kreeg ik hartkloppingen. Edward, je had haar
moeten zien, zo'n aandacht. Het was haast voelbaar. Bij een heel ge
zelschap zo, waren de fresco's van de muren gespat. Beeldschoon
was ze. En, zonder enige opmaak, ook zo zuiver.
Ik ging naast haar staan en begon in het Engels wat van de schilde
ringen te vertellen. Op een terloopse manier half tegen mezelf, half
tegen haar. Ongeveer zo: 'Drie verschillende schilders en toch zo'n
harmonieus geheel. Kijk daar rechtsonder Lippi.' Met een gebaar
erbij. 'Duidelijk verschillend van Masolino daarboven, maar toch in
evenwicht. Links Lippi en Masaccio. Dat Christushoofd is weer van
Masolino. Schitterend, schitterend.'
Ik keek opzij en zag dat ze had geluisterd. 'You must be an expert,'
zei ze.
In zo'n situatie ga je dat niet ontkennen, dus zei ik dat ik aan mijn
eigen universiteit had gestudeerd. Als ze belangstelling had voor
altaarstukken, die bijna nog mooier waren, maar buiten Italië
nauwelijks bekend, dan kon ik wel tijd vrij maken om haar die te
64