laten zien. Voor zo'n religieuze vrouw, kon ik het best de cerebrale wetenschapper zijn, leek me. Daarom gaf ik haar mijn kaartje. Ik zei ook dat de uitnodiging alleen haar kon gelden en niet de groep, om dat dat andere schilderwerk nog delicater was dan waar we nu naar stonden te kijken. De groep had de volgende middag vrij voor individueel bezoek aan een kerk naar keuze. Ze heette Maria. Dat kon haast niet anders. De volgende dag ging ik met haar lunchen. Haar Engels was houterig en soms dacht ik dat ze mij niet helemaal begreep. Op weg naar de kamer in de albergo had ik zelfs even de indruk dat ze dacht daar die prachtige altaarstukken aan te treffen. In bed was ze een engel en we hadden elkaar hevig lief. Ze kwam en kwam. Ik ook natuurlijk. Man, het leek oneindig door te gaan. Na afloop wisten we nauwelijks meer hoe we een spier moesten spannen. We lagen zo een tijd. Toen zei ze: 'Wat een heerlijkheid dat je je in je vakantie zo kunt laten gaan.' Ik was nog niet aan praten toe en dacht dat ik haar door dat hou terige Engels niet goed had verstaan. 'Wat bedoel je,' vroeg ik. 'In mijn werk kan ik dat niet,' zei ze. 'Als ik nog met een andere klant op stap moet, moet ik een beetje kwiek zijn. Ik vind het lief van je dat je over de schilderingen vertelde. Daarom wilde ik je een beetje mee laten genieten van mijn vakantie. Normaal had je natuurlijk moeten betalen.' Eerlijk Edward, toen ik haar naar die fresco's zag kijken, dacht ik niét aan neuken. Ik wilde bij haar zijn, ik wilde haar voelen, samen smelten, één hoofd en één lichaam. Dat is toch iets anders dan alleen maar neuken? Ik had me vreselijk vergist. In haar, in mezelf. Ik wist al dat ik niet in staat was tot een duurzame relatie. Nu glipten ook mijn korte liefdes me uit de vingers. Ze had me ook in mijn waan kunnen laten en niets zeggen. Ze had toch vrij?" Hij kijkt somber en met oud verdriet naar het whiskyglas, omdat dat toevallig voor hem staat. "Nadien heb ik nooit meer een weke kop en slappe knieën gekregen als ik een vrouw met glanzende ogen zag opkijken naar kunst. Ook al zag ze er lief uit of was ze beeldschoon. Nu bedenk ik alleen nog hoe ik haar bij mij in bed krijg." "Nee, dank," zegt hij, "geen whisky meer. Ik ga slapen." Ik neem zelf wel en blijf met een gedachtenloos hoofd zitten. Wanneer ik later mijn smalle bijzetbed opzoek, ligt Frank te slapen, diagonaal in het brede ledikant. Nu kraakt het niet. 65

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1999 | | pagina 65