Vliegende vis
Thomas Elger
Het water komt tot mijn kruis. Het stroomt en is koud. De kou
dringt door het rubber van mijn visbroek heen en mijn lichaam
heeft mijn ballen binnengehaald. Mijn voeten voel ik al een tijdje
niet meer. Frank heeft in één ochtend zes vissen gevangen. "Alle
maal zalm," zegt hij. Hij geniet zichtbaar.
Ik vang niets. Ik houd van vis op mijn bord, maar dat blijkt niet
genoeg om zelf een rol van betekenis te spelen in de stadia die daar
aan voorafgaan. De regen die met tussenpozen neerkomt, diagonaal
door de wind, maakt mijn bril onbruikbaar. Druppels maken mijn
uitzicht nog wateriger dan het al is. Zonder bril kan ik het vissnoer
niet zien en zelfs de haak met het glimmend metalen plaatje eraan
nauwelijks. Wat ik doe, met de hengel zwaaien, het snoer laten af
rollen, blinker en haak ver weg in het water laten ploffen, langzaam
het snoer weer oprollen, doe ik op goed geluk. De statistische vis-
methode noem ik het in de binnenspraak, die ik met mezelf houd.
Ik zie Frank honderd meter stroomop staan buiten het bereik van
mijn gezwaai, en probeer te bedenken waarom ik ja heb gezegd toen
hij mij voorstelde om samen een week in Ierland te gaan vissen.
Ik stond in de rij voor een kaartjesautomaat met mensen die hun
trein wilden halen.
"Hee Edward, waar ga jij heen?"
Zijn stem herkende ik, ook na vijftien jaar, onmiddellijk. Verder was
hij evenmin veel veranderd. Een beetje grijs aan de slapen, dat was
alles. Net als destijds was zijn verschijnen voor mij een gewaarwor
ding van tuindeuren die opengaan, en in een stoffige studeerkamer
licht en voorjaarsgeuren binnenlaten. De gejaagdheid verdween uit
de mensen en het station was een drukke zomermarkt. Franks aan
wezigheid had me altijd al in aanraking gebracht met een andere
werkelijkheid, een werkelijkheid met tinteling en verwachting, heel
verschillend van de mijne. Niet dat ik zijn werkelijkheid met de
mijne vergeleek, de zijne drong in die van mij door. In zijn nabij
heid had mijn omgeving meer kleur, hingen er beloften in de lucht.
In het koude Ierse water denk ik er calvinistisch achteraan dat het
maar goed is, dat hij niet weet welk effect zijn gezelschap op mij
had, en nog heeft. Waarschijnlijk houdt niemand er rekening mee
dat de werkelijkheid achter je rug kan veranderen, zodra je je hebt
omgekeerd. Frank leek zich in elk geval nooit af te vragen hoe het er
50