Oosterschelde
Larrie Genkvos
ik bevaar je oogbol als was ik Columbus
maar ik kan niet kermen met het hout
ik kan niet juichen met het oog van de mastmatroos
ik ben de ontdekker zonder beweging
de wind slaat haar ogen neer in de duinen
het strand stroomt vol van genot
dit is een eiland baren uit de troon van het bekken
ik ben een systeem van verliezend vocht
niemand maakt een reis dan terug
naar waar men vandaan komt
ik ben niet hier. het water is een spiegel.
ik ruil een vat wijn voor de karabijn
en ik buig in de burcht waar ik woon
ik ontwaak met helmgras groeiend
daar waar mijn wenkbrauwen waren.