"Kunnen we niet helpen zoeken?" stelde een van de vrouwen voor.
De boswachter keek op zijn horloge. "We zijn bijna aan het einde
van onze tocht. Niets houdt u tegen om direkt te gaan rondkijken."
De vrouw zweeg en Frank grinnikte. Hij hield niet van al te in het
oog lopende hulpvaardigheid.
"Wat is er met die mevrouw, papa?" vroeg zijn zoon.
"Ze is verdwaald, ze kan haar man niet vinden."
"Wat raar, hoe kan dat nou. Als je samen gaat wandelen kun je
elkaar toch niet kwijtraken?"
"Zij hebben misschien een stukje apart gewandeld," legde Frank uit.
"En ze zijn vergeten om af te spreken waar ze elkaar weer zouden
zien."
"Misschien is hij naar China gelopen," veronderstelde zijn zoon
nog.
In de nacht na de wandeling schoot Frank na enkele uren slaap
wakker. Een loodzwaar gevoel drukte hem neer. Hij was ontsnapt
uit een lage kruipkelder. Een modderbank was het geweest. Grauwe
smurrie kroop langzaam omhoog terwijl hij op zijn buik lag. Met
zijn rug had hij tegen een klam laag plafond geduwd. Tevergeefs. Hij
wilde er eigenlijk niet meer aan denken, maar andere, eerdere details
uit zijn droom bleven door zijn hoofd spoken. De excursie. Hij
wandelde met een groep door het bos, maar liep al spoedig in zijn
eentje. Plotseling dook de Chinese op met een schepje in haar hand.
Toen moest hij wel aan de slag. Het eerste wat hij tegenkwam was
een paar glimmende, zwarte schoenen. Dat zijn de schoenen van
mijn man, had ze gezegd. Hij moet hier liggen. Een paar centimeters
dieper trof hij een naakt lichaam aan, wit en onbehaard als een was
sen beeld. Met zijn tweeën hadden ze het lijk omhooggetrokken.
Daarna was hij met de onverbiddelijke logica van een nachtmerrie
zelf in de kuil gevallen, die al lang geen kuil meer was maar een don
ker eindstation.
De nachtmerrie had zijn werk grondig gedaan en mocht nu in de
schemerige slaapkamer oplossen. Hij ontspande zich en mijmerde
nog wat na over de schoen die hij tijdens de excursie gevonden had.
Wat voor merk was het geweest? In welk jaar was hij gemaakt? Wat
was de exacte maat? Hij merkte dat hij niet één vraag kon beant
woorden.
En ook zijn herinneringen aan de vindplaats waren weinig exact.
Een stukje dennenbos, een beetje uit het midden, rulle bodem.
38