Geboorte van een gedicht
j.J.H. Fortuin
Voor de ramen zijn zonneschermen gespannen,
ze klapperen als zeilen in de wind,
maar de school is onwrikbaar.
Aan de abelen wuiven talloze blaadjes,
alsof ze willen vliegen,
maar de bomen laten ze niet gaan.
Langs de ramen van het lokaal
komen met ruisend gewemel
steeds duiven gevlogen,
vleugels met vogel en al.
En ik?
Mijn gedachten cirkelen rond
bij de abelenblaadjes,
waarvan het beweeg me doet denken aan
rimpelende golven op een wateroppervlak,
dat weer sprekend het om elkaar heen buitelen
van licht en donker in de vlucht van duiven is,
maar ze vinden nergens een houvast.
Tot het beeld van de zonneschermen tot me doordringt,
die op dat moment slapjes,
maar soms heftig aan hun verankering rukken,
als zeilen of vleugels
of zelfs gedachten
aan een lichaam.
40