Hoog Lied J.J.H. Fortuin Een roodstaart op de nok van de Grote Kerk! Hij schreeuwt het uit over zijn domein in de hoogte. Ook in de kerk, in de gewelven boven de lichtkronen jubelt en knarst zijn lied. Het koper schittert intussen, de eeuwig jonge woorden van het pas gelezen Hooglied schallen erin na. Op het uitgestrekte verhoog achter een houten katheder een vrouw met leuk haar die over de lichamelijke liefde spreekt voor haar gehoor van voornamelijk oudere mensen. Ondersteund door bronzen orgelklanken verheft zich daarna de samenzang, bevend verheft zij zich boven de oude biezen zittingen. 41

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1999 | | pagina 41