Hoog Lied
J.J.H. Fortuin
Een roodstaart op de nok van de Grote Kerk!
Hij schreeuwt het uit over zijn domein in de hoogte.
Ook in de kerk, in de gewelven boven de lichtkronen
jubelt en knarst zijn lied.
Het koper schittert intussen,
de eeuwig jonge woorden
van het pas gelezen Hooglied
schallen erin na.
Op het uitgestrekte verhoog
achter een houten katheder
een vrouw met leuk haar
die over de lichamelijke liefde spreekt
voor haar gehoor van
voornamelijk oudere mensen.
Ondersteund door bronzen orgelklanken
verheft zich daarna de samenzang,
bevend verheft zij zich
boven de oude biezen zittingen.
41