2. boven de Akelei - maar dat leek hij me eerder kwalijk te nemen dan dat hij er dankbaar voor was. De priester was een ander voorbeeld. Liefde preekte hij, maar mij bande hij van de heilige diensten, om dat ik zijn parochie diende met een ander, even onontbeerlijk soort liefde: als gezelschapsdame voor heren, ja. Wat zou dat? De mole naars- en schildersknechten in de gelagkamer beneden noemden me gewoon hoer, dat wist ik wel; maar dat was alleen omdat ik kon lezen en schrijven, en ze zich met hun schamele penningen geen toegang tot mij konden verschaffen. De Nieuwe Tijd brak baan met een nobele geste. De revolutionaire officier weigerde Koolmoets sabel met kort gebaar en zei luid en duidelijk: "Wenst de schutterij de nieuwe orde niet te verdedigen?" Het galmde omineus onder de zware boog van onze oude Zuidpoort. "Zeker wel!" stamelde Koolmoet, terwijl het zweet tappelings langs zijn zware, peervormige kaken stroomde. Nu boog hij tweemaal. Kortom, de schutterij bleef in functie. Alleen het verfoeilijke herto gelijk insigne moest van de steek, die daarmee alle gezag verloor; gelukkig had het kleine atelier van Ingo Halfstad al snel de nieuw voorgeschreven hoofddeksels klaar: moderne hoge petten, wijnrood met glanzende zwarte kleppen, waarboven de band met het nieuwe tinnen insigne: een verrijzende zon boven gestileerde korenaren. Koolmoet - iedereen noemde hem nu 'Zeker Wel' - kon zelfs kapi tein blijven. Want de nieuwe officier, die ook de rang van kapitein had gehad, was blijkens een folio dat hij in een vetleren map bij zich droeg tot Prefect aangewezen van onze stad en alle ommelanden die vroeger onder het bestuur van de burggraaf hadden gestaan. Dat was dat: klakklak gingen de soldatenhakken naar het raadhuis, en we keken allemaal zwijgend toe. Een enkeling schraapte de keel, tot bijval of protest. Twee daden stelde het nieuwe bewind, de dag nadat het zichzelf had geïnstalleerd. Kaspar Schmidt werd weggehaald bij zijn sigaren- dampende vrouw en geïnterneerd in het cachot onder het raadhuis. Zijn faam als onhandelbaar intellectueel was kennelijk groter dan wie van ons ook had gedacht; we vermoedden dat zijn vorige geschriften toch het voorgebergte of misschien zelfs de hoofdstad hadden bereikt, althans enkele exemplaren van die naar houtpulp stinkende brochures, gedrukt uit de schrale opbrengst van de melk- 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1999 | | pagina 9