Nijhoff en de soldaat
Strawinsky was de 'primitieve' kant van de componist die op zoek
was naar een nieuwe muzikale taal met klank en ritme zoals hij zelf
als dichter bezig was met het scheppen van elementaire nieuwe
klankkleur en ritme.
In 1918 heeft de première plaats in Lausanne van L'Histoire du Soldat.
In tegenstelling tot wat Nijhoff vermeldt in zijn voorwoord bij
de herdruk van zijn vertaling in zijn volledige werken, dl. 3, 1954,
dat het stuk in 1918 direct succes heeft geoogst, was het succes heel
matig. Gedurende de hele opvoering heerste de Spaanse griep, wat
een grote belemmering was zowel voor spelers als publiek om pu
blieke plaatsen op te zoeken.
In 1925 verlaat Ramuz Zwitserland, niet voorgoed, hij zal er steeds
terugkeren, maar hoezeer zijn werk ook met Zwitserland verbonden
is, toch vindt hij als schrijver het geestelijk klimaat er niet gezond.
Hoewel hij zich amper met politiek bezig hield, wordt hij door het
Rooms-Katholieke aartsconservatieve deel van Zwitserland verdacht
gemaakt en door zijn progressieve opvattingen beschuldigd als de
bolsjewiek in de Zwitserse literatuur. Door deze valse verdacht
makingen ondervindt hij veel tegenwerking in het uitoefenen van
zijn literaire arbeid. Hij neemt zijn oude banden met Frankrijk weer
op, zijn werk wordt er gepubliceerd, er wordt aandacht aan hem
besteedt en hij vindt overal waardering. Zijn literaire en financiële
situatie verbetert aanmerkelijk. Kortom, in Frankrijk vindt zijn werk
algemene erkenning. In eigen land vindt hij deze erkenning pas na
de Tweede Wereldoorlog. Er worden straten genoemd naar de grote
Zwitserse auteur Ramuz en zijn beeld verschijnt jarenlang op Zwit
serse bankbiljetten. Een typisch Zwitserse manier om een kunstenaar
postuum nog het verschuldigde krediet te geven. Lang heeft hij er
niet van kunnen genieten; in 1947 sterft hij.
Nijhoff had ongetwijfeld iets met de soldaat. De gestalte van de sol
daat wordt een belangrijk thema in zijn werk. In 1916 publiceert hij
zijn eerste 'soldatengedicht' in het tijdschrift De Beweging. Zelf had
hij zijn militaire dienstplicht waarvoor hij in 1914 was opgeroepen,
achter de rug. Hij moet onder andere ergens aan de grens bij België
in Zeeuws-Vlaanderen gelegerd zijn geweest, want hij laat de ge
schiedenis van de soldaat zich afspelen "Op den straatweg van Sas
naar Sluis." Dat is de openingsregel van het stuk. Nijhoff maakt dik-
13