De middelen
Het milieu
Het dramatisch plan
De personages
Het is direct duidelijk, al bij de opkomst van de duivel, dat we hier
niet met een realistisch verhaal te doen hebben. Het vertoont alle
trekken van een soort sprookje. Een sprookje is een symbolisch ver
haal en de personages en gebeurtenissen beantwoorden niet aan de
regels en normen van de werkelijkheid. De auteur maakt dus bewust
gebruik van de mogelijkheden die het sprookje hem bieden. Symbo
lische en gefingeerde personages, onverwachte, schijnbaar toevallige
gebeurtenissen, diepere betekenislagen.
Verder is er de muzikale ondersteuning van het verhaal die probeert
expressie te geven aan de stemmingen en psychische processen die
zich afspelen in de personages.
In strikte zin is het een eigentijdse omgeving waar het stuk zich af
speelt. Realistisch gezien op de weg van Sas naar Sluis, langs een
vliet, in het dorp, op de markt.
De plaatsaanduidingen zijn heel algemeen zoals ook de personages
een algemeen karakter hebben. De soldaat is de soldaat van alle
tijden, de duivel kan als verleider en als symbool van het kwade elke
willekeurige gestalte aannemen. Al is het drama aan een bepaalde
tijd gebonden - de tijd van na een oorlog waarin de soldaat terug
naar huis gaat - toch is het een spel van alle tijden: de mensheid in
crisis op zoek naar haar oorspronkelijke waarden.
Het is een enkelvoudig dramatisch plan. Alles concentreert zich om
de ene hoofdfiguur, de soldaat, die op zijn tocht, die een zoektocht
blijkt te zijn naar de zin en de echte waarden van het leven, constant
bloot staat aan de machten van het kwaad en die daar uiteindelijk
niet tegen bestand is.
De protagonist
De hoofdrolspeler is de soldaat. Hij blijkt Jozef te heten, maar wordt
in het spel meestal aangeduid als de soldaat. Hij is de protagonist, hij
is de speler van het eerste plan die het hele toneel beheerst. Hij is de
18