bedreigde, de achtervolgde, de gekwelde aan wie het drama zich vol trekt en die tenslotte moet verder leven met zijn onvervulde verlan gen, en zich niet kan onttrekken aan de invloed van het kwaad. Op merkelijk is dat aan het eind van het tweede gedeelte de soldaat voor het eerst bij zijn naam wordt geroepen. "Jozef! Jozef!" roept de voor lezer hem ontzet en wanhopig na, als de duivel hem in triomf voor zich uitdrijft. Het is of de auteur wil zeggen dat het kwaad uiteinde lijk niet algemeen en abstract is, maar dat het de mens persoonlijk en als individu treft. Nijhoff geeft zelf in zijn voorwoord te kennen hoe de soldaat moet worden opgevat. Hij zegt: "De soldaat is niet anders dan de directe vormgeving van de mannenziel en zijn geschiedenis is het korte re laas van een iegelijks innerlijk levensavontuur." Het woord 'man' zal Nijhoff zeker genomen hebben in de oorspronkelijke betekenis van 'mens'. Dat blijkt duidelijk als hij spreekt van het levensavontuur van iedereen. De soldaat heeft een onafscheidelijk attribuut, zijn viool. Dit instru ment speelt een grote rol gedurende het hele spel. Het is beurtelings in bezit van de soldaat en de duivel. Nijhoff geeft hem bezielde trek ken. Hij noemt de viool de ziel van de soldaat. De viool is dus een deel van de soldaat zelf. Het is zijn meest waarachtige zelf, het in nerlijk van ieder mens, zijn ware zijn, dat de wereld van het hebben afwijst als schijnwerkelijkheid. De duivel probeert de viool in zijn macht te krijgen en te houden. Hij (het kwaad) speelt aan het eind als overwinnaar op de viool. De Triomfmars van de duivel weer klinkt. De soldaat gehoorzaamt en de duivel drijft hem vioolspelend voor zich uit. Als protagonist toont hij zich in drie gestalten, eerst als soldaat, dan als gewoon burger - de duivel dwingt hem zijn uniform af te leggen, zodat de soldaat zijn identiteit verliest -, dan als koop man in stoffen, de materialist. Zijn zoektocht naar het simpele geluk is verstoffelijkt in een jacht naar geld. De antagonist De antagonist, de tegenspeler, is de duivel. Hij is de verleider, de ach tervolger. Hij veroorzaakt de conflictsituatie en de crisis bij de sol daat. De duivel is nog meer dan de soldaat een symbolische figuur Vandaar ook zijn herhaalde metamorfosen. Hij is eerst een oud mannetje met een vlindernet. Waarschijnlijk is hij een wat komische figuur die de soldaat op zijn gemak moet stellen en zijn vertrouwen moet winnen. Zijn vlindernet kan een 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2000 | | pagina 19