van zijn vaststelling, de andere mogelijkheid, namelijk dat de sol
daat niet meegaat, open houdt bij zijn publiek. De strijd is immers
nog niet uitgestreden. En dat blijkt uit het vervolg van het verhaal.
Er volgt nu een lang en spannend verhaal van de voorlezer vol ge
beurtenissen en afwisseling. De tocht van de soldaat begint opnieuw,
maar nu is hij de man die in de macht van de duivel leeft. Hij komt
thuis, maar blijkt een vreemdeling in zijn eigen dorp. Niemand kent
hem meer. Men is bang voor hem en sluit de deuren.
Hoewel hier niet helemaal ter zake, moet ik opmerken dat deze scène
met de soldaat-vreemdeling vooruitwijst naar de vreemdeling in de
straat in Het Uur U. Als deze in de straat verschijnt, slaat de straat de
schrik om het hart en veroorzaakt hij paniek. Ook de soldaat veroor
zaakt angst en schrik.
"Ze vluchten alsof ze bang voor hem zijn
en Jozef staat alleen op het plein,
aan alle kanten slaan deuren dicht."
Nu komt de soldaat tot bezinning en inkeer. Hij voelt zich bedrogen.
Na deze lange vertelscène volgt de tweede speelscène. Weer zijn de
soldaat en de duivel de hoofdpersonages. De duivel is vermomd als
veekoper. Het gaat er hard en bruut aan toe. De soldaat moet zwich
ten; hij moet het boekje niet verliezen, maar erin lezen. De duivel
neemt hem mee. Weer eindigt deze scène als de eerste met de neder
laag van de soldaat.
Dan neemt de voorlezer voor de derde keer het woord. Hij voert de
soldaat op als koopman in stoffen. Het boek heeft hem rijkdom ge
bracht, maar het geluk dat hij kende uit zijn jeugd in het dorp, met
zijn simpele levensvreugden, is hij kwijt. Geld en bezit bevredigen
hem niet. In een moment van radeloosheid en spijt stelt hij vast: "Ik
ben niets meer, een levend lijk."
Op dat moment van inkeer verschijnt de duivel weer, nu vermomd
als een odeurkoopvrouw. Kennelijk heeft een vrouw en dan liefst
een vakgenote, iemand die ook in de handel zit, de meeste kans om
hem in de macht van de duivel te houden.
Deze derde speelscène tussen de soldaat en de duivel is de heftigste.
Het gevecht komt hier tot een climax. De koopvrouw speelt bere
kend en koel. Hij is in zijn woede een makkelijke prooi voor haar
valse spelletjes. Zij wil hem de viool tenslotte wel geven, "we kun
nen later marchanderen." Maar als anticlimax blijkt de viool in han
den van de soldaat niet te spelen. Woedend smijt hij de vertrekken
de duivel de viool achterna en verscheurt het boek. Met dit open
23