van diensten aan de duivel aan de worgpaal heeft gebracht: de
Dewill's trump of mondharp.
Het landschap werd inniger door de nazomerse pracht. We passeer
den de grens, zagen zwanen in een kreekje zwemmen en trokken het
agrarische Sint Kruis door. Een man en een vrouw werkten in hun
tuin. De vrouw keek op en moedigde ons aan. Ze riep dat ze ons van
TV herkende.
Aangekomen bij ons tentenkamp nabij Aardenburg werd ik als in
fanterist weer ontslagen. Op voorhand had ik met de compagnie
leiding overlegd dat ik mijn voettocht beperkt wenste te houden. Ik
begaf me per fiets via Aardenburg, de Elderschans, Heille, langs de
Stierskreek langzaam naar Sluis, het eindpunt van de literaire mars.
Vanaf de Kruisschans koos ik de oostelijke route over de Groeneweg
langs de Belgische grens, een weg met magnifiek uitzicht op een
polder- en natuurgebied behorend tot het historische Spaanse Fort
Sint Donaas, juist over de grens in België gelegen. Dit gebied, waarin
in oostelijke richting Lapscheure en Damme liggen, behoort in mijn
herinnering tot één van de wijdste poldervlaktes die ik van West-
(Zeeuws-)Vlaanderen ken. Tuurt iemand over het West-Vlaamse
gebied tot de verre einder, dan kan het gebeuren dat zijn oog de
Halletoren, Onze-Lieve-Vrouwe-kerk en de Sint Salvator-kathedraal
van de stad Brugge ontmoet.
Vlakbij, aan de andere kant, bevinden zich de groene vestingwallen
van het stadje Sluis met daarin centraal gelegen de charmante Bel
fort-toren. Onder die toren, in de Bourgondische Zaal, gaf ik reeds
drie mondharpconcerten.
In de Middeleeuwen heette het stadje Lamminsvliet en lag toen
aan de grote zeearm van het Zwin. Het was een voorhaven van de
handelssteden Damme en Brugge. Ooit vernam ik dat enkele kilo
meters ten noorden van Sluis en Sint Anna-ter-Muiden de Honderd
jarige Oorlog moet zijn begonnen. Sinds het eind van de negentien
de eeuw stamde ook een buitenlandse betrekking met de geestelijk
heid van Frans Vlaanderen. Doordat in die tijd het onderwijs van de
Broeders der Congretatie des Écoles Chrétiennes door de anticlericale
wetgeving van minister Descombes werd verboden, nam de broeder
schap de vlucht over de grens en richtte in 1906 voor de bevolking
van de Frans-Vlaamse stad Saint-Omer in Sluis een internaat op dat
tot de Tweede Wereldoorlog aan zeshonderd leerlingen plaats bood
voor intern onderwijs. Het zogeheten Franse Pensionaat dat onder
35