Zwembad, schoolslag, dinsdagmiddag
René van Schagen
U bent verbonden met de zee.
Ik ben niet thuis. Als u uw naam en nummer inspreekt
dan antwoord ik met ruis.
Nu komt het belletje. Ting.
Toen ik naar het zwembad fietste
waar ik aan de overkant moest zijn
viel zij op mij, de zee, in de gestalte van een hoosbui.
Ik hing mijn kleren te drogen en stak van wal.
Gedurende een uur
zwom ik heen en terug
er was vrijwel niemand
omdat het regende.
Wel hing er soms een jongen
met zijn handen om de plank.
De badman in zijn uitkijkpost die sprak dan
in de intercom:
"Bongewang. Bilje diet aande wlank hanguh. Banku."
'Danku van hetzelfde' dacht ik
en schoolsloeg naar de overkant
en keerde onder de waterspiegel
met mijn snelle brilletje.
Toen vlogen er om de haverklap
opeens allemaal kinderen door de lucht, dat zag ik
terwijl ik naar adem hapte, tussen twee slagen door.
Die sprongen snel na elkaar van de hoge,
40