sloot ik. In de veronderstelling dat mijn aanwezigheid niet langer noodzakelijk was glipte ik schielijk de voordeur uit. Op het tuinpad onderzocht ik op de tast mijn foto-uitrusting. Alleen de lensdop scheen te ontbreken. Die lag ongetwijfeld nog op tafel in Melis' achterkamer, waar ik hem had neergelegd. Zonder mij nog om te draaien sloop ik terug naar het in duister gehulde kantoor van de Eilandkoerier om het fototoestel terug te brengen. 46

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2000 | | pagina 46