Baaibaai Zeeland
Cees Maas
Zeeland ligt vandaag zo suf
in een veld van fosfaatgeel
de wind klaagt langs de huizen
alles geeuwt, doet kond
de dood van weer een winter
het land lijdt stil en wijd
de Schelde vloeit in de avondval
ergens ver weg blaft een hond
en dat was het wel
maar ze borstelt haar witte haar
in tegenlicht
de vreugde kan niet op: lente
En wil ik verder wonen
in de gore adem van de zee
waar de rozen nog gedekt zijn in september
en de zomer kan beginnen
zonder dat het voorjaar werd
de stank van de polder
over een wonderland van voorbehoud
het rijk der kleine geesten
altoos Koning Middelmaat
Ach, Zeeland ligt vandaag zo suf
Zeeland ligt zo suf
maar de wereld is helder
in al mijn boeken
toeristen tussen kale populieren
ruimen veld in alle lagen van de hel
wiegend fruit, haar witte haar
in tegenlicht, ik blijf in deze tuin
ik fantaseer mijn meisje bij zonsondergang
ik rijg mijn dromen, ik stem op de lente
ik maak dingen