hielden, aangezien de eersten alle lijfgoed en andere noodzakelijke attributen droegen. Chinese functionarissen, gehard door de reali teit, controleerden bewijzen van toegang en bestemmingen op het roestige schip. Boven of beneden, beslisten ze met een enkel hand gebaar. De meeste Chinezen bleven beneden, alwaar zich hun som bere 16-persoons slaapzalen bevonden temidden van de deernis wekkende openbare toiletten die nu al een penetrante stank uit wasemden. Wij klommen omhoog, bestegen ijzeren trap na trap, waarbij op elke verdieping een peertje meer ging branden. Onze bestemming baad de in een zee van licht: de eerste klas, een verheven verdieping, deze voor stervelingen hoogst mogelijke etage, waarboven zich alleen nog het magische niveau bevond waar de magistraten, de bestuurders van het schip zich ophielden, alsook het niet minder magische karaoke-café, dat gedurende de gehele reis ongezien en onbereikbaar bleef voor elke schepeling. Nu was het tijd om af te rekenen met de dragers die zich plots lastig opstelden; de vooraf gemaakte prijs afspraken vergeten leken te zijn, maar uiteindelijk toch noodge dwongen genoegen namen met de drie geboden guldens voor hun rugbrekende werk, daarbij een handje geholpen door een jonge Chinees, die de scheepsdokter bleek te zijn. "Yes...," straalde de dokter nadat hij met vurige blikken, gebaren en stemgeluiden een Chinese opera waardig, de armzaligen buiten gewerkt had. "Are you from?" informeerde de geneesheer in het gewoel van pas sagiers die nu puffend onder de last van de eigen bagage een sleutel van hun verblijf probeerden te bemachtigen bij de juffrouw met de emmer sleutels. "Tokio," antwoordde ik, omdat ik al een paar biertjes op had en om dat een kleine Japanner met een gigantische camera met telelens op zijn buik mijn ribbenkast probeerde te doorboren. "No...," schaterde de dokter. "You not from Japan. I can see that... You look nice!" Waarmee hij bevestigde dat Chinezen behoorlijk de pest hebben aan Japanners. "Later, dokter. Now I must first plassen," riep ik de opdringerige chirurgijn toe, die blijkbaar verlegen zat om een praatje. "OK. Later. If you need me, you can always find me here." Hij wees met een breed gebaar naar het minuscule hokje van de gangbewaak ster (die juist een sleutel overhandigde aan mijn 'roommate' Mark) en dat hem blijkbaar ook als praktijkruimte diende. 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2000 | | pagina 21