Het graf dat ik zoek is hogerop.
De stenen liggen scheef. De schelpen
niet meer in een kring.
Heeft de dode zich
naar boven willen werken?
Onzin natuurlijk, dood is dood.
Geen naam, geen letter te bekennen.
Het is het werk van de wind
geluid van de wind.
En de golven misschien
geluid van golven.
Een zwerm vogels strijkt neer
geluid van vogels.
De vogels kijken met een air
van nou en?
geluid van vogels.
Uit een wolk steekt een arm met een bijl.
De zon maakt de lucht zo warm
als bloed en ook zo rood.
De maan, ach, die 0 van een maan
roze en geel en groot,
laag bij de grond.
Geluid van zeewind
geluid van zeevogels
geluid van de zee zelf
En de avondster zo puur
zo eenzaam in zijn heelal
en van een troosteloosheid!
Van een troosteloosheid
die meestal vrede heet.
De kaart die ik heb is oud
en laat zich gemakkelijk vouwen.
58