Waterveren
Johanna Kruit
1
Er is niets te zien aan het
water dan water
maar de zee is wijd als jouw
ogen een schip vaart uit ik
zie de meeuwen, zij lachen
als de wind draait zul je hier
zijn ik wacht in de haven
muziek nadert
de vloedlijn verandert
nu ben je er bijna
en dromen de dagen.
2
Regen ruist het land voorbij
en trekt haar sporen door het zand
wij zijn gestrand
wij fluisteren de stilte vol
tot water ons doet zwijgen
troost blijft steeds te klein
voor wat niet eindigt.
62