omstreeks middernacht 'in beweging' zal zijn. Passagiers wordt
aangeraden om hiermee rekening te houden. Storm? Lepels stokken
halverwege monden, betekenisvolle blikken. Storm, ja. Tijdens de
tweede zitting van het diner worden massaal zeeziektepillen uitge
deeld, horen we later. Na het diner vertonen nog maar weinigen zich
aan dek of in de openbare ruimten. Honderden passagiers houden
zich schuil in hun hut. Het schip stampt en slingert niet gering,
op zee grote schuimkoppen, buiswater, rijzing en zinking, vreemd
gegroefde golfdalen. Op het vrijwel verlaten promenadedek ontwaar
ik een plas braaksel. Een Fransman en zijn zoontje komen langs en
geven luid van hun afschuw blijk. Zullen wel denken dat ik de schul
dige ben. Even later tref ik de vermoedelijke dader. Het is een Duitse
vrouw. Eenzaam ligt ze in een niet vastgesjorde dekstoel - hoe komt
ze eraan? - aan de andere kant van het schip: een verfrommeld
vogeltje onder een plaid. Ik begeef mij onvast naar de balzaal. Enkele
anderen proberen hier eveneens de natuur met de cultuur te smoren.
Het orkestje speelt voort; bij flinke schuivers mengen zich schrille
tonen in het opgewekte deuntje. Tot half elf hou ik het boven uit;
dan daal ik af naar de hut. Ik posteer me op mijn bed en maak er het
beste van. Tenslotte val ik in slaap.
In de vroege ochtend varen we de Storfjord binnen, op weg naar
Ytterdal en Geiranger aan de majestueuze Geirangerfjord. De woeste
zeegang valt weg, het vibreren van de Amerikanis niet.
Die avond binnendoor weer zuidwaarts, naar de Nord- en Innvik-
fjord. Onze bestemming is Olden (1500 inwoners). Deze prachtige
route door het schitterende mondingsgebied van enkele fjorden is
zo'n honderd mijl langer dan het oorspronkelijke vaarplan, dat gro
tendeels over open zee voert. Een Duitse cruise director genaamd
Hans, een gevorderde vijftiger, zegt ons dat de kapitein deze route
kiest om zijn passagiers extra van de prachtige omgeving te laten
genieten. We knikken braaf en genieten ondanks de kou volop, maar
denken er het onze van. Hans - in korte hemdsmouwen! - is ook
vaak langs Vlissingen gevaren, "alles platt," zegt hij. De oorlog?
"Aber die dünen!" werpen wij tegen.
"Jaojao, die dünen nicht," beaamt hij klantvriendelijk
Op zee is het volgens het weerbericht nog steeds ruw tot zeer ruw.
Dat merken we 's avonds laat, als we weer buitengaats zijn. Maar
we slapen manmoedig door alles heen. Verkwikt worden we wakker
77