De veerpont
Robert de Haan
Wanneer, nadat de scheepsbel is geluid,
de trossen worden losgegooid en met
de lier de zware klep wordt opgehaald
en zich de veerpont in beweging zet,
voltrekt zich weldra wat mij reeds als kind
zo mateloos intrigeerde. En het lijkt
of niet de pónt zich voortbeweegt maar of
de kade langzaam naar de einder wijkt,
het hele panorama van de stad
steeds kleiner en toch meer omvattend wordt
en gaandeweg mijn ziel, reeds half bevrijd
van wat haar zo bedrukt, steeds ruimer wordt.
't Is vreemd, het is haast als gestorven zijn:
de stroom gebed tussen twee oevers in,
de frisse wind, het hooggekoepeld licht
en boven mij een meeuw in cirkelvlucht.
En dan, wanneer ik mij heb omgekeerd,
het traag zien naderen van de overzij,
die vol belofte lijkt... De scheepshoorn schalt.
Ik schrik. En dadelijk herneem ik mij.