Moeilijke woorden
Een media-avontuur van Siebe Edens*
Jan J.B. Kuipers
"En hoeveel nummers brengen jullie per jaar uit?"
Ongelovig keek Siebe Edens naar Holga Hertog, die ongeveer recht
tegenover hem zat aan de ronde tafel met de microfoons. Het was
goddomme de derde keer dat ze deze vraag stelde! Mevrouw had zich
wellicht wat minder op het gesprek voorbereid dan verwacht mocht
worden. Familieproblemen, echtscheiding, medische ontreddering,
amokmakende dochter, verse dooie in intieme kring? Niets van al
zulke rampspoed was echter af te lezen van het door een informeel,
hooiwagenachtig kapsel bekroonde gelaat van de programmaleid
ster. Waarschijnlijk was het pure routine die haar parten speelde,
naast desinteresse voor de gewestelijke letteren en de gebruikelijke
algemene ontgoocheling die met de jaren komt. Dit moest immers
wel de honderdste 'Kabaalstraat 64' zijn die Holga presenteerde: het
gevarieerde regionale radioprogram rond koffietijd, met aandacht
voor de Kunsten en een knipoog naar de Actualiteit!
"Vier nummers per jaar, steevast, en altijd op tijd," antwoordde André
van het Veerke. Hij was de hoofdredacteur van het Zeeuwse literaire
blaadje waarvan de redactie voor één dag en tegen een rond onder
tafels bedrag was verrijkt met Siebe Edens, onderzoeker van het
Bureau voor Algemeen en Specifiek Personeel Onderzoek, zoals één van
zijn recente visitekaartjes in een terughoudende klasseletter meldde.
En 'personeel' diende hier wel degelijk als adjectief te worden opgevat.
Hoe Fup Fee, directeur van de ZOO, hem gevonden had? Hij had na
tuurlijk het omtrent de zeearmen massaal verspreide boekje gelezen
dat Jan Kuipers over Siebe had geschreven. Welnu, nieuwe klandizie
was altijd welkom.
"ZOO?" had Siebe met zijn gebruikelijke linksheid door de telefoon
aan Fee gevraagd. "Wist niet dat jullie zoiets hadd'n in Zeeland. Zijn
er veel aap'n?"
Een zuur en opvallend kort lachje klonk aan de andere kant.
'Nee, het gaat vanzelf niet om een zoe maar om de media, meneer
Edens! De Zeeuwse Onafhankelijke Omroep, ofwel ZOO. Waarvan ik
de directie voer, nietwaar. Nooit van gehoord?' Ongelovig klonk dat
ineens.
'Nee. Maar wat is er van uw dienst,' informeerde Siebe nu enigszins
jachtig. Z'n ingewanden herinnerden hem eraan dat hij eigenlijk
onderweg naar de WC was geweest.
14