Tigaki Raats Het gebit van de vrouw is te groot. Misschien ook is de taal die ze spreekt, een soort schwitzerdütsch, te grof om zonder gevolgen te blijven. Na iedere zin slaat ze haar hand voor de mond om het ge vaarte terug te dringen. Niemand kijkt er van op, in het restaurantje in Tigaki. Er zitten wel meer rare mensen. Ook lopen er zwerfkatten rond. Soms willen ze op je tafel springen, maar daar zijn regels voor. De obers verjagen ze mild maar doeltreffend. De drie dames hebben spaghetti besteld. Het goedkoopste gerecht hier. Voor een bord pasta met saus en een glas wijn betaal je 2000 drachmen. Daar kun je niet voor koken. Met een zwierig gebaar, alsof het een speciaal gerecht betreft, zet de ober de drie borden op hun tafel. De dames staken hun gekakel en speuren hun bord af op zoek naar verborgen of zichtbare gebreken. De vorken worden erin gedreven en het gedraai en geploeter begint. Die met het gebit heeft de meeste moeite. Hun tafeltje staat schuin tegenover ons en ik kijk haar bijna recht in het gezicht. Bij iedere hap zakt het gebit tot half in haar mond en ontstaan er twee openingen. Eén keer stopt ze de vork in de verkeerde. Een keuze die desastreuze gevolgen heeft. Het servet wordt in allerijl ontvouwd en ontvangt behoedzaam de inhoud inclusief het gebit. De andere twee dames vorken rustig door. Zij zijn wel wat gewend. Het servet wordt tot een pakketje opgevouwen en naast het bord neergelegd. Kenne lijk is de dame het gehannes zat, want ze mummelt nu probleemloos het hele bord spaghetti naar binnen. Ik probeer me te concentreren op mijn kip-soufflaki. Saar heeft niets gezien. Zij zit er met haar rug naartoe en dat is maar goed ook. Haar maag is heel gevoelig. Dan staan de dames op. Hun maaltijd is ten einde. Zij wenken de ober, betalen alle drie voor zichzelf en verdwijnen. Snel ruimt de man de tafel af om plaats te maken voor nieuwe gasten. Het is negen uur en de avond is nog warm. Het restaurantje kijkt uit op de kust van Turkije. Op het strand zijn mensen bezig de strand stoelen schoon te maken. In Griekenland werken de mensen vaak op zelfgekozen tijden. Als het overdag te warm wordt gaan ze gewoon slapen. Een rammelend vrachtwagentje stopt met veel lawaai en rijdt achter uit naar de achterkant van het gebouwtje. Even later komt het terug met in de open laadbak een grote roestige ton vol etensafval. 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2001 | | pagina 19