De passagier Jan J.B. Kuipers Naar de windstreek van miljarden zonsondergangen. Achter je het brandend gebouw van morgenrood en hij bleicher Geselle buigt naar het westen, zegt zet de radio eens aan, je hoort hoe stationair de middag draait. Dit middaguur als elke middag, en toch steeds anders sinds de benaming noen. Of is het later al en dit de branding, bekende rand van onderhand miljoenen malen grijs gekiekte ondergangen; tegen defaitisme. Rijden maar, inhalen. 43

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2001 | | pagina 43