Pssstt... een Ballustrada?
Paul van Leeuwenkamp
In juli 2000 publiceerde Schrijven een landkaart van België en Neder
land waarop alle literaire tijdschriften werden weergegeven, van be
kende gesubsidieerde tijdschriften als Tirade en De Tweede Ronde, tot
verenigingstijdschriften als Schreef. Zelfs tijdschriften die niet meer
bestaan (Atmosfeer) en onleesbare tijdschriften Krödde bijvoorbeeld)
werden er op vermeld. Weinigen zullen weten dat er één tijdschrift
ontbrak, een tijdschrift dat ook ontbreekt op de lijst van subsidie-
verlenende instanties en waarvan de naam alleen wordt gefluisterd:
Ballustrada. Dat wil niet zeggen dat men niet weet dat het bestaat -
dergelijke officiële instellingen weten immers alles - maar sommige
dingen worden liever verzwegen, zoals XTC, dat ontbrak in alle
Nederlandse paviljoens van de Wereldtentoonstellingen die in de af
gelopen jaren zijn gehouden, terwijl dat toch ons meest succesvolle
exportproduct is. In juridische zin is Ballustrada niet illegaal, om de
vergelijking meteen te doorbreken, maar in de toekomst lijkt mij een
speciale wet of verordening niet uitgesloten, want het kan natuurlijk
niet zo zijn dat een literair tijdschrift zonder reden wordt doodge
zwegen. Het feit dat Ballustrada uit Zeeland komt, de provincie waar
je maar weinig vaste grond onder de voeten krijgt, is daarbij niet
eens doorslaggevend, want op die tijdschriftenlandkaart was wel Inkt
uit Koudekerke opgenomen, voor de beginnende schrijver. Binnen de
wetten van het moderne, bij ons ingepolderde Amerikaanse kapita
lisme heeft Ballustrada helaas toch bestaansrecht. Niet zo veel als
XTC, maar het tijdschrift doorstaat de dynamiek van vraag en aan
bod beter dan geprivatiseerde bedrijven als KPN en NS: de schulden
zijn namelijk nog steeds niet alarmerend, het materiaal is niet ver
ouderd en versleten, en op een enkele uitzondering daargelaten zijn
de vertragingen in het rooster te overzien. Dat zegt, net als bij de ver
dovende middelen die we maar niet krijgen uitgebannen, misschien
meer over de verdorvenheid van het kapitalisme dan over de waarde
van Ballustrada, maar binnen de kaders waar wij via de democratie
met z'n allen voor kiezen, moet het overleven van dit randtijdschrift
als een prestatie worden beschouwd.
Hoe krijgt de redactie dat voor elkaar? Omdat een tijdschrift alleen
maar bestaat bij de gratie van lezers, kan deze vraag concreet worden
geherformuleerd als: hoe brengt de redactie fatsoenlijk burgers met
Ballustrada in aanraking? Het antwoord kan kort zijn: niet. Ze slagen
daar niet in, want als fatsoenlijk burger kom je met Ballustrada hele-
28