Pas later, in de eenzame afzondering van mijn hotelkamer, drong de volledige omvang van de ramp tot me door. Ongekleed onder de lakens gelegen, een flesje bier uit de minibar onder handbereik, bladerde ik het tijdschrift door. Ik proefde hier een illustratie, wikte daar een poëtische strofe, woog elders een stukje proza, met als re sultaat een plots opwellende doodsangst. In een halfslachtige poging naar een roomparty te ontvluchten, rolde ik mij uit bed en tijgerde over de grond richting deur, maar verder dan het toilet kwam ik niet. Daar probeerde mijn diepste wezen aan mijn lot te ontsnappen en gorgelde het een diepe smart. Maar ook vogon-poëzie kon mij niet meer redden en even later was ik terug in bed en drongen de teksten van Ballustrada zich weer aan mij op. Al snel werd mij duidelijk dat het één existentiële leegte was, listig in fonkelingen verhuld, net zoals zij die er voor verantwoordelijk zijn zich listig achter schijn verbergen. Hun openingszinnen ondertekenen ze met "Red", daar mee de opkomende verslaving achter een suggestie van redding weg stoppend en ook bij hun meest opruiende woorden verschuilen ze zich achter een pseudoniem, "Minor", waarbij de kleine kapitalen gewiekst een verheven kleinheid suggereren. Daarna zag ik al snel in dat ook hun eigen namen hun niet eigen kunnen zijn. Maas en Raats hebben dezelfde korte directheid als dat Minor en ook dat zijn dus geen echte namen. Voor het lange en sierlijke Van der Veeke geldt het tegenovergestelde en het bange vermoeden dat daardoor werd gewekt, werd later door de Van Dale bevestigd. Die naam is overdui delijk afgeleid van het woord "veek", het "aanspoelsel dat bij eb langs de hoogwaterlijn op strand en dijken achterblijft", en dat is bij een Zeeuws tijdschrift als Ballustrada te veel toeval om toevallig en dus echt te zijn. Uiteindelijk moest ik bekennen dat ik mij persoon lijk ook had laten misleiden en dat J.J.B. Kuipers eveneens een schuil naam is, nu in de categorie Jansen en Pieterse. Die overdaad aan voorletters had het mij natuurlijk meteen duidelijk moeten maken, want wie is er in Nederland immers nog goed katholiek? Suggesties achter suggesties, zoals ook de naam van het tijdschrift zelf, die de indruk wekt van een balustrade, een wering tegen duistere inborst, maar die bij nadere beschouwing geen enkele betekenis heeft. Ik heb die con overleefd. Ik sprak met talloze bezoekers, bezocht lezingen en films, snuffelde rond op de boekenmarkt, maar ik slaag de er niet in mij van de invloed van Ballustrada te bevrijden. In de middag ging ik zelfs even naar buiten, in de hoop dat het ontmoeten 31

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2001 | | pagina 31