In slechte aarde vallen
Yorgos Dalman
Vrees de rat niet. Dat ratten mensen verslinden is voornamelijk een
feit binnen de fictie. De Rattenkoning, gelijk het wolvenjong, bestaat
wel maar is slechts een mens - een mens zoals jij en ik. Al wat gezegd
wordt over de rat, in negatieve, soms haast mythologische zin, wordt
bedacht op plaatsen en in landen die jij en ik nimmer zullen bezoe
ken.
Ratten zijn schuw. Geheel anders dan muizen. Dat zijn de echte
boosdoeners. Ze rennen achter de muren langs en onder vloeren,
zij vreten zich een hol in het brood en sterven er voor hun eigen
gerief.
Denk aan de lemming, deze woelmuis uit Oost-Europa die zonder
aantoonbare ethiek de drift krijgt zich op pelgrimstocht te begeven
naar het einde van het landschap om dan, met duizenden soortge
noten tegelijk, zich in zee te storten! (Niemand wil weten waarom.
Het zou uiteraard teveel kunnen zeggen over onszelf.)
Deze suïcidale tendens maakt zich van alle muissoorten meester.
Muizen komen van buiten af, zij infiltreren het houtwerk en sterven.
En wanneer zij gestorven zijn verspreiden zij door middel van spe
ciale klieren een ziekelijke, zoete rottingsgeur. Het is een geur die
haast tastbaar is en eenmaal geroken vergeet je hem nooit meer. De
geur hecht zich aan je en drijft je langzaam maar zeker tot krank
zinnigheid. Dit gebeurt vooral 's nachts, wanneer je slaapt.
's Nachts lig ik wakker en luister ik naar hun getrippel. Ze glippen
langs de bedspijlen omhoog en kruipen tussen het matras en de
ijzeren veringen. Daar wachten ze tot ik ga verliggen.
Laatst kwam Gabriëlle langs. We hadden liggen vrijen. Je weet hoe
zij graag 'bovenop me zit'. De veringen piepten onder haar bewe
gingen en onderwijl voelde ik hoe tientallen muizenlichaampjes
werden geplet. Ik kon hun skeletjes horen breken. Bij sommige zijn
waarschijnlijk de ingewanden naar buiten gekomen.
Nog altijd heb ik G. er niets van gezegd en nog steeds heb ik niet
onder mijn matras gekeken. Ik zal ze dat plezier niet gunnen.
Traditioneel muizengif is de boosdoener; daar zitten ze immers ach
ter het pleisterwerk met nesten vol op te wachten. Ze schransen het
gif naar binnen en keren de volgende dag terug om meer. Verrukt
43