Ze stierf evenwel op 32-jarige leeftijd en pas na haar dood vond een
bescheiden wonder plaats. De geëmailleerde plaat met haar portret
bleef namelijk tot op de dag van vandaag intact, zodat ik wekelijks
haar volle lippen en donkere ogen kan bewonderen.
Aan de andere kant van het kerkhof liggen de verse graven. Op deze
afdeling speelt de tijd nog steeds een rol. Hier verandert alles voort
durend. Niet dat het aantal doden snel toeneemt, maar wel staan er
steeds andere bloemen, kaarsen en snuisterijen bij de grafstenen.
Natuurlijk bekijk ik ook hier alles, maar veel voldoening kan ik er
niet aan beleven.
De stenen zijn te lelijk, de doden te vers. Het summum van wan
smaak vind ik de tweepersoons dekstenen met opstaande rand, waar
op de inscripties naar verhouding zijn en dus te groot en te opdrin
gerig.
Helemaal achteraan, tegen een oude muur aan, liggen de naamloze
voorbijgangers. De zwervers en de ongelovigen. De Koeienhoek heet
deze plek, omdat aan de andere kant van de muur een wei is. De
koeien mogen zich graag tegen de ruwe stenen aan schuren. In deze
uithoek zorgt een eik 's zomers voor schaduw. De wortels van deze
boom hebben al verschillende doden in hun eeuwige rust gestoord
en diverse grafstenen opgetild. Op deze plek nu vond enkele weken
geleden een ontruiming plaats. Ik trof op een zaterdagavond een
maanlandschap aan: putten, bandensporen, hopen grond. De werk
lui waren tamelijk onorthodox tekeergegaan. Uit de grond staken
kleine bleke onderdeeltjes van het een of ander. Nader onderzoek
bracht aan het licht, dat het om kleine beenderen en zelfs om een
stuk van een schedel ging. Slordig, vond ik. Zo ga je niet met de
doden om. Je zal er zelf maar zo verstrooid bij liggen.
Schande, schreef ik met een stok in de aangestampte grond. Afzender:
De Doden. Daarna draaide ik me om en haastte me naar de uitgang
zonder zelfs Amaelia gegroet te hebben. De week erop sloeg ik een
keer over, maar gisteren had ik weer voldoende moed verzameld
voor een bezoek. Bij een tankstation kocht ik een bos rozen voor
Amaelia. Ze zou van de week 85 geworden zijn. Toen de bloemen
voor haar portret op de deksteen stonden, kon ik de schoonheid van
het tafereel nog niet goed inschatten. Ik liep daarom een flink stuk
achteruit, zodat ik het hele oude gedeelte van het kerkhof kon over
zien. Grauw en volmaakt schemerde het dodenrijk met daarin die
steekvlam van rozen. Innig tevreden liep ik terug naar Amaelia's
graf. Daar aangekomen herinnerde ik me de ravage op het noor-
50