dus iedereen. Er valt hier niets te claimen, alleen te genieten. Serena is een uitzondering op onze huisregels maar heeft geen privileges. Mits je haar die dan ook niet Haar sigarettenpijpje steekt bijna mijn neus in brand. Ze draagt een zwart kostuum met hooggehakte schoentjes. Op haar fel geblon deerde haardos nestelt zich een strooien hoed, met zwarte band waaruit een verwelkte zwarte roos bungelt. Haar make-up is zwart. Haar grafietzwarte lippen bitsen mij toe: "Krantenjongen! Dit is mijn kruk. Vraag het Danny de Hoer." Danny de Hoer wil ik niet in verlegenheid brengen en ik sta op. Wil naast mijn kruk op een volgende plaats nemen, maar daar zit plots een dandyesk Heerschap. Herken hem besluit hem niet in ver legenheid te brengen. Waarschijnlijk was het mij ook niet gelukt. Fortuyn is het niet. Stap naar achteren en overzie de Toog. Alles bezet. Onder het juk van alle indrukken moet ik het overzicht op de situatie hebben ver loren. Er zijn binnen een half uur veel mensen binnen gekomen. De vloer is ingenomen door koutende klanten. Heb er veel voor over deze gesprekjes te volgen. Wat is het onderwerp dat deze bezoekers delen? Danny verwijst mij naar de andere kant van de zaak, daar zou een zitje zijn waar Gina zetelt. Meestal is daar wel een plekkie vrij, vertrouwt Danny mij toe. Baan mij een weg door de gasten. Sigaar in mijn mond, borrel in mijn hand. Ontwijk een bronzen beeld, trap bijna op een hondje, en richt mijn blik op een groot doek: de afmetingen schat ik drie bij twee meter, met een ebbenhouten lijst, 't Is gesigneerd linksonder. Kan de naam van deze Kunsthoer niet lezen. Blijkt van ene Laurens Hoste te zijn. Een jonge kunstenaar uit Rotterdam. Het schilderij heeft een fond van kobaltblauw met zwarte contouren op de achter grond. Op de voorgrond danst een roomwitte wolk van Hoop je tegemoet, 't Is alsof de Dood zich overgeeft aan het Leven. De Dood wenst weer te leven. Zij ziet haar beperking in en vraagt vergiffenis voor Haar dwaling. Het doek is geschilderd met een krachtige pen seelstreek 't Is optimistisch fataal. Waarom weet ik dan nog niet, maar ik vermoed dat het een man is die dit doek heeft geschilderd. Virago lacht mij uit luid! En iedereen mag het weten. 33

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2002 | | pagina 33