Bert Lema Uit de reeks Het Gedierte Het Gedierte aan de hemel van wenkbrauw tot wenkbrauw dringt het gedierte zich op: de oude snaak de eekhaan zo veel oren tanden en gewrichten ik schrijf ze allemaal af: eigengereide beesten met bladeren op hun ruggen poten die uit hun koppen steken simpele gedachten wil ik: een paard een hond een schaap maar ze blijven opduiken aan de horizon en soms springt er één op mijn neus zijn oogjes lijken te zeggen: wij zijn het gedierte dat niet past in je schone eenvoud 69

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2002 | | pagina 69