Bert Lema
Uit de reeks Het Gedierte
Het Gedierte
aan de hemel
van wenkbrauw tot wenkbrauw
dringt het gedierte zich op:
de oude snaak de eekhaan
zo veel oren tanden en gewrichten
ik schrijf ze allemaal af:
eigengereide beesten
met bladeren op hun ruggen
poten die uit hun koppen steken
simpele gedachten wil ik:
een paard een hond een schaap
maar ze blijven opduiken
aan de horizon en soms
springt er één op mijn neus
zijn oogjes lijken te zeggen:
wij zijn het gedierte dat niet past
in je schone eenvoud
69