Raats Waarom heb jij mijn magnetron en mijn tv geruild, vraagt ze me ieder uur, omdat haar weten anders is en maar van korte duur. Ze zoekt vertwijfeld naar de woorden die ze niet meer vindt, terwijl ze boert en winden laat en uitvluchten verzint. Haar dure mantel maakt dat zij nooit meer zal zijn dan schijn. Maar als ik wegga uren later en ze zwaait achter het glas is ze even weer mijn moeder. Ik vergat haast hoe het was. Voor een verloren zoon Weer loopt hij naar de duinen en volgt het pad naar boven. De felle wind huilt met hem mee en snijdt de golven open. Dan ontleedt hij urenlang het landschap en het water tot het donker wordt en later en hij het zoeken staakt. Afscheid van zijn zoon. Die niets had laten blijken en zomaar in het diepe stapte zonder om te kijken. 75

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2002 | | pagina 75