BALLUSTRADA OPTIMA FORMA Dat was een mooi stukje beschouwing van JJB in de vorige uitgave. Over het verband tussen duisternis (onverstaanbaarheid) in de moderne verzen en de teloorgang van de religie. Ik schreef op deze plek ooit eerder dat ik poëzie niet eens wil begrijpen. Dat standpunt komt me intussen overtrokken voor. Ik begin er een beetje van terug te komen. Waarschijnlijk heb ik teveel geproefd van onverstaanbaarheid. Tegenwoordig vind ik poëzie die ergens over gaat een verademing. Laat ik een voorbeeld noemen: Verjaardagsbrieven (Birthday Letters) van Ted Hughes. 35 jaar na de geruchtmakende zelfmoord van zijn vrouw Sylvia Plath verbrak hij zijn stilte met de uitgave van achtennegentig gedichten. Verrassend eenvoudige, heldere poëzie, zegt de tekst op de flap. Ik houd het liever op een geniale kopstoot, die de lezer vloert. Waarom? Omdat in de bundel duisternis zich op een grandioze manier mengt met helderheid. Als een breekbaar stekje, in aarde aangestampt, schoot je wortel, gedijde je alleen Door vruchtbaar te worden- zwanger te raken door je oceanische overgave aan het baren van een kind De stelling van de Nederlandse dichter Ilja Pfeijffer: 'onbegrijpelijke' poëzie is altijd beter dan makkelijke poëzie', vind ik dan ook lulkoek. Onbegrijpelijke poëzie schrijven lijkt me het gemakkelijkste wat er is. Het is een vorm van obscuur snobisme om daar de voorkeur aan te geven (ziekte van Pfeijffer). Te vergelijken met die beweging in de beeldende kunst die zegt dat een plak ham tegen een gevel aangedrukt (mysterie) altijd beter is dan een realistisch schilderij van diezelfde plak op een ontbijtbordje. MINOR 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2002 | | pagina 8