schien ook voor je ziel. Ik had mijn wagen langs de weg laten staan en liep links van het wagenspoor eerst naar het huis, zoals ik gewend was achterom, bij keuken in, dan via keuken en gang naar de huiskamer. Een samenge raapt zootje, zou de huidige eigenaar wel van de inboedel hebben gevonden, goed genoeg voor een beheerder, meubilair in verschil lende stijlen, maar wel een zekere eenheid vormend omdat alles wit was geverfd, het meeste door ons en door mijn zus Kristien die tot aan het voorlaatste jaar hyperactief was gebleven. "Denken is alleen nuttig bij iets doen," leek wel haar motto te zijn geweest. Vorig jaar had ze nog tegen dochter Margo gezegd: "Nee, ik heb er nooit ge dacht dat Gerard ooit dood zou gaan." En dat terwijl iedereen kon zien dat haar man almaar achteruit ging. Ik droogde mijn voeten af, trok mijn kousen en schoenen weer aan en ging op de bank zitten. Hier had ik haar de laatste keer zien lig gen toen het zo verschrikkelijk heet was, met een ongezond opge blazen gezicht, haar linkeroog nauwelijks meer zichtbaar. Ze had me doen denken aan de merel die ik onlangs van een kat had bevrijd en die machteloos in onze tuin had gelegen. Ze was tien jaar ouder dan ik en ongetwijfeld had ze me dikwijls gedragen toen zij twaalf was en ik twee. Ik had haar toen wel van die bank willen lichten en in mijn armen willen wiegen. Ik stond op en liep de kamer rond om alles nog eens goed in me op te nemen, de aquarellen van Gerard, haar patchwork, het blauwe glaswerk op de vensterbanken. Alles stond, hing, lag er nog en zou binnenkort misschien in een container verdwijnen. Ik liep naar de wandkast waarvan ik wist dat daar de glazen en flessen in stonden. Oudste en alerte zoon Henk vroeg me altijd als eerste wat hij voor me in kon schenken. "Jonge jenever," zei ik hardop in de opeens afschuwelijk lege kamer, zonder de vrolijke stemmen van hun kinderen en kleinkinderen, de geluiden van gebaksvorkjes die op schoteltjes werden neergelegd of het geplok van tennisballen op de televisie. Gerard had altijd naar alle wedstrijden gekeken, Het Melkhuisje, The American Open, Wimbledon. Ik deed de kast open en zowaar, in een van de flessen zat nog bijna een kwart liter. Ik slaagde er nog maar net in mijn glas zonder morsen in te schenken en goot de inhoud in een keer naar binnen. Daarna liep ik naar de woonwagen. Op weg erheen hoorde ik een fazant, een geluid alsof er een deurkruk werd omgedraaid die nodig geolied moest worden. Jaren terug was er dé fazant geweest. Aan de 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2003 | | pagina 11